Minister Kamp van Economische Zaken heeft tijdens een telecomdebat gezegd dat hij geen stappen zal zetten om de telecombedrijven te dwingen om beltegoed langer houdbaar te maken. De minister wil het probleem door de telecombedrijven zelf laten oplossen.
D66 toonde zich tijdens een telecomoverleg met minister Kamp voorstander van de houdbaarheid van belminuten tot een jaar in plaats van veelal een maand bij de meeste abonnementen, terwijl de PvdA opperde om een termijn van drie tot zes maanden aan te houden. Daarbij zou echter ook de databundel meegerekend moeten worden. De SP was ook voor een langere houdbaarheid, maar Kamerlid Gesthuizen tekende aan dat telecombedrijven bij invoering van dergelijke regels de tarieven vermoedelijk verder omhoog zullen schroeven.
Kamp ging niet direct in op de uitgesproken wensen en liet weten dat hij de problemen weliswaar zal aankaarten bij de drie grote telecombedrijven, maar dat hij verwacht dat KPN, T-Mobile en Vodafone zelf met nieuwe abonnementsvormen zullen komen om aan de wens van langere houdbaarheidstermijnen te voldoen. Volgens de minister zouden de telco's zich op dit vlak juist van elkaar kunnen gaan onderscheiden, terwijl er ook al tekenen zijn dat providers iets gaan doen aan de houdbaarheid van beltegoed. Pas als de telecomsector achterover blijft leunen, denkt minister Kamp erover om dit najaar de kwestie nog eens te bekijken.
Een meerderheid van de Tweede Kamer had dinsdag al voor het debat met Kamp aangegeven dat de houdbaarheid van beltegoed naar minimaal een half jaar zou moeten. Ook de Consumentenbond lobbyde hiervoor en stelde dat providers maandelijks 68 miljoen euro aan ongebruikt beltegoed opstrijken. De VVD sprak zich uit tegen ingrijpen in de markt en lijkt nu voorlopig steun te krijgen van partijgenoot minister Kamp.