KPN speelde weliswaar vals bij de aanbesteding van vaste telefonie bij de rijksoverheid in 2010, maar telecomwaakhond OPTA had daar niet op mogen reageren door KPN compleet uit te sluiten. Dat werkte juist concurrentiebelemmerend, aldus de rechter.
Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven had de OPTA wel maatregelen mogen nemen tegen KPN, maar het bedrijf dwingen zich helemaal terug te trekken uit de aanbesteding ging te ver. Dat heeft het CBb maandag geoordeeld in hoger beroep, waarmee de uitspraak vaststaat. Bij de overheidsaanbesteding wist KPN intern een korting te bedingen, waardoor het zijn bod aantrekkelijker kon maken.
Volgens de regels had KPN dat op tijd moeten laten weten aan de andere bieders. KPN dong immers niet alleen mee naar het contract, maar was ook de wholesale-leverancier van de concurrerende bieders. Dat gebeurde niet; intern was KPN drie dagen van te voren op de hoogte van de bieding, maar het bedrijf meldde die pas een uur vooraf aan de andere bedrijven die naar het overheidscontract dongen.
Aanvankelijk kreeg KPN het overheidscontract toegewezen, maar na klachten van Tele2 ging het contract naar dat bedrijf. Dat had volgens de rechter dus niet gemogen. Door KPN helemaal uit te sluiten van de aanbesteding, werd de concurrentie juist belemmerd, aldus het College. Hierdoor konden immers minder bedrijven deelnemen aan de aanbesteding. De beslissing wordt echter niet teruggedraaid; Tele2 mag het overheidscontract houden.
De OPTA zegt bij monde van woordvoerder Tim Rosendahl de zaak nader te bestuderen. KPN-woordvoerder Manel Vrijenhoek zegt dat KPN 'kennis heeft genomen' van de zaak. "We richten ons op het vervolgtraject", aldus Vrijenhoek. Er loopt namelijk nog een hoger beroep tegen de beslissing van de OPTA dat KPN niet transparant genoeg heeft gehandeld tijdens de aanbestedingsprocedure.