Het is vrijdag precies vijf jaar geleden dat Apple zijn eerste iPhone uitbracht in de Verenigde Staten. Inmiddels zijn er ruim 200 miljoen iPhones verkocht. De Apple-smartphone heeft in diverse opzichten grote impact gehad op de telecommarkt.
Hoewel er voor de aankondiging begin 2007 al jaren geruchten gingen over de telefoon van Apple, zaten er toch grote verrassingen in de presentatie van het design en de software van het toestel. De telefoon kwam vrijdag precies vijf jaar geleden uit in de Verenigde Staten.
In die vijf jaar heeft de iPhone, samen met concurrent Android van Google, de telecommarkt volledig op zijn kop gezet. Niet alleen in verkopen, omzet en winst ziet de markt er anders uit dan toen, ook in het gebruik van smartphones en diensten heeft zich in die tijd een omkering voltrokken.
De iPhone was als eerste smartphone voorzien van een standaardbrowser die was gemaakt voor het weergeven van volledige internetpagina's, in plaats van mobiele sites. Dat maakte dat het dataverbruik van iPhones fors hoger lag en nog steeds ligt dan die van andere smartphones, zoals BlackBerry's. Apple verplichtte providers aanvankelijk de iPhone aan te bieden met een abonnement met onbeperkt internet en een mobiele snelheid van minstens 2Mbps down. Dat was toen in Nederland allesbehalve gebruikelijk: in 2008, toen T-Mobile de iPhone ging verkopen, lag de maximale snelheid voor andere smartphones op 1Mbps.
Een andere wijziging in de telecommarkt kwam een jaar later met de introductie van de App Store. Hoewel Nokia het model van downloadwinkels met apps enkele jaren daarvoor had gepionierd, werd het pas echt succesvol in combinatie met de iPhone en het distrubutiemodel van Apple via iTunes. Omdat veel consumenten al muziek hadden aangeschaft via iTunes, waren er veel mensen die al een koppeling van account en creditcard hadden om apps aan te schaffen. Inmiddels is een smartphoneplatform niet meer compleet zonder downloadwinkel.
Ook de form-factor van de iPhone is dominant geworden in de telecommarkt. Hoewel smartphones met alleen een touchscreen en een enkele knop al bestonden, zorgde de populariteit van de iPhone en later Android-toestellen ervoor dat veel fabrikanten overstapten op dergelijke toestellen. Ook fabrikanten als Nokia en RIM brachten in de jaren erna dergelijke toestellen uit.
In lijn daarmee zijn consumenten gewend geraakt aan het typen op een touchscreen met de vingers. Voor de iPhone uitkwam hadden veel smartphones een fysiek toetsenbord of een toetsenbord op het scherm dat veelal via een stylus werd bediend. Inmiddels is het typen op een touchscreen normaal geworden, zelfs bij budgetmodellen.
Ook het capacitieve touchscreen nam een grote vlucht dankzij de iPhone. Samen met de LG Prada 1.0 was de iPhone de eerste telefoon met capacitief scherm. Het verschil met resistieve schermen is dat capacitieve schermen minder nauwkeurig werken, omdat ze aanrakingen registreren via verschillen in spanning. Resistieve schermen zijn gevoelig voor druk, maar over het geheel minder gevoelig en dus minder goed met de vingers te bedienen. Ook Gorilla Glass van Corning raakte in zwang door de iPhone; inmiddels gebruiken veel fabrikanten het verstevigde glas.
Misschien wel de grootste wijziging is echter de totale omkering van de smartphonemarkt. Dat kan niet alleen op het conto van de iPhone worden geschreven, Googles Android heeft daar misschien nog wel meer aan bijgedragen. De marktleiders van begin 2007 - Symbian, Windows Mobile en BlackBerry OS - zijn verdwenen of gemarginaliseerd. RIM stuurt BlackBerry OS met pensioen ten gunste van BlackBerry 10, Nokia heeft Symbian terzijde geschoven en Microsoft zag zich genoodzaakt Windows Mobile te stoppen en opnieuw te beginnen met Windows Phone 7.
De toestelmakers die toen de dans leidden, zoals Nokia, Motorola, LG en Sony Ericsson, bestaan nog wel, maar zijn veel minder groot dan toen. Nokia verkeert in grote financiële problemen, Sony heeft Ericsson uitgekocht en Motorola is opgekocht door Android-maker Google.
Inmiddels verdient Apple grof geld aan zijn smartphone; meer dan de helft van de inkomsten van Apple komt van de iPhone en het toestel is de voornaamste oorzaak van de onstuimige groei van omzet, winst en verkopen in de afgelopen jaren. De grootste groei wordt sinds vorig jaar geboekt; in het laatste kwartaal van 2011 werden er 37 miljoen iPhones verkocht, meer dan een verdubbeling ten opzichte van het jaar ervoor.
In de afgelopen vijf jaar zijn veel zaken hetzelfde gebleven bij de iPhone; hij heeft nog steeds een 3,5"-scherm en een home-knop en ook iOS heeft grotendeels dezelfde look behouden. Het is de vraag hoe lang dat nog gaat duren; er gaan al enige tijd sterke geruchten dat Apple werkt aan een iPhone met 4"-scherm met een 16:9-beeldverhouding.