Google heeft tijdens een keynote op de I/O-conferentie Google Compute Engine aangekondigd, een cloudplatform waarop virtuele Linux-machines gedraaid kunnen worden. Daarmee concurreert Google direct met Amazon EC2 en Microsoft Azure.
Compute Engine werd aangekondigd door Urs Hölzle, vice-president technical infrastructure bij de zoekgigant. De dienst moet het mogelijk gaan maken om virtuele machines op basis van het Linux-besturingssysteem te draaien binnen de cloudinfrastructuur van Google.
De dienst, die voorlopig als bèta nog voor een beperkt aantal gebruikers toegankelijk is, zou volgens Hölzle tot 50 procent meer rekenkracht per dollar bieden dan 'de concurrentie'. Daarbij doelt Google indirect op de tarieven die Amazon hanteert. Ook zouden virtual machines die binnen Compute Engine draaien moeiteloos kunnen opschakelen tot honderdduizenden cores. In een demo werd een medische applicatie getoond waarbij 600.000 cores gebruikt zouden worden.
Een Linux-vm binnen Compute Cloud kan één tot acht virtuele cores toegewezen krijgen met maximaal 3,75GB werkgeheugen per core, zo meldt Google. Opslag verloopt via Google Cloud Storage of een toegewezen opslagvolume in de vorm van een persistent block device. Verder belooft Google stabiele prestaties en het op afstand aansturen van virtual machines via een cli-interface met ondersteuning voor scripting of met behulp van een webinterface.
De komst van een infrastructure-as-a-service-dienst door Google komt niet geheel als een verrassing; er gingen al langer geruchten over plannen van de zoekgigant om direct te gaan concurreren met Amazon EC2 en Microsoft Azure. Bovendien heeft Google al enkele ijzers in het cloudvuur met zijn App Engine-dienst voor het draaien van webapplicaties, opslag via Google Cloud Storage en de analysetool BigQuery.