De ontwikkelaars van Fedora gaan in Fedora 18 de /tmp-directory voortaan standaard mounten via tmpfs, waarbij het werkgeheugen wordt gebruikt. Naast mogelijke prestatiewinsten gaan ssd's zo minder schrijfacties uitvoeren.
In vrijwel alle Linux-distributies worden tijdelijke bestanden, zoals logfiles en cachingbestanden, standaard weggeschreven naar een harde schijf of een solid state disk. Door de /tmp-directory echter te mounten via tmpfs kunnen dergelijke bestanden in het ram-geheugen worden bewaard.
Sommige Linux-gebruikers die een ssd in hun systeem hebben geplaatst, passen handmatig de mountpoints in het fstab-configuratiebestand aan zodat /tmp verwijst naar een ramdisk die met tmpfs is aangemaakt. Hierdoor worden de schrijfacties naar solid state drives beperkt, iets wat de levensduur van ssd's ten goede kan komen. Daarnaast kan er prestatiewinst geboekt worden doordat het werkgeheugen sneller is uit te lezen.
Een voorstel van Fedora-ontwikkelaar Lennart Poettering om in Fedora 18 de /tmp-folder standaard te mounten middels tmpfs, is door de Fedora Engineering Steering Committee aangenomen. Hierdoor zullen tijdelijke bestanden bij de aankomende Fedora 18-release, die naar verwachting in november zal uitkomen, voortaan in een ramdisk worden opgeslagen. De ontwikkelaars werken nog aan de juiste implementatie. Zo dienen bepaalde bestanden na een reboot bewaard te blijven, bijvoorbeeld data die in /var/tmp wordt opgeslagen.
Naast Fedora willen ook andere Linux-distributies tmpfs gaan implementeren. Onder andere Debian en Ubuntu hebben daartoe plannen, terwijl Arch Linux zijn gebruikers al adviseert om tmpfs te gebruiken.