De directeur van de FBI, Robert Mueller, roept bedrijven op om samen te werken met de autoriteiten bij datalekken. Dat dit betekent dat zaken in de publiciteit kunnen komen, is iets wat ze volgens hem voor lief moeten nemen.
Mueller zei dat tijdens een keynote op de RSA Conference, een beveiligingsconferentie in San Francisco. Mueller richtte zich met zijn oproep op aanwezige bedrijven in de zaal. "Het in stand houden van stilzwijgen zal ons op de lange termijn niet helpen", zei hij. "Het is niet een vraag van 'óf', maar van 'wanneer'".
Daarmee bedoelt hij dat elk bedrijf uiteindelijk het slachtoffer van een hackaanval zal worden. "Er zijn twee soorten bedrijven", aldus Mueller: "Bedrijven die gehackt zijn, en die nog gehackt worden." Geen enkel bedrijf is immuun, waarschuwt hij. Daarom roept hij bedrijven op om samen te werken, waarbij vertrouwelijkheid van informatie moet worden gewaarborgd. Het nieuws van een hack kan echter wel in de openbaarheid komen als een bedrijf meewerkt.
De opmerkingen van Mueller zijn ook in Nederland relevant. Hier wordt namelijk waarschijnlijk een meldplicht datalekken ingevoerd, maar de ict-branche is tegen: de imagoschade zou te groot zijn. Mueller zegt echter: "Het is in het belang van bedrijven om informatie over hacks te delen met de overheid."
Mueller denkt dat cybercrime uiteindelijk de plek van grootste dreiging voor de Verenigde Staten inneemt. Nu is dat nog terrorisme. Ook internationale samenwerking is volgens Mueller belangrijk om cybercrime tegen te gaan: "Landgrenzen vormen geen obstakel voor hackers, maar wel voor de politie", zegt hij.
De FBI-directeur ging niet specifiek in op digitaal terrorisme. Tijdens dezelfde conferentie zei beveiligingsonderzoeker Mikko Hypponen van F-Secure dat van 'cyberterrorisme' op dit moment nog geen groot gevaar uitgaat. Hypponen en Mueller erkennen allebei echter wel dat digitale media door terroristen worden gebruikt om bijvoorbeeld informatie uit te wisselen en propaganda de wereld in te sturen.