Apple heeft nieuwe versies vrijgegeven van video-editor Final Cut Pro en van de tools Motion en Compressor. De video-editor en de aansluitende effecteneditor en compressietool komen uitsluitend via de Mac App Store beschikbaar.
De professionele video-editor van Apple gaat voortaan door het leven als Final Cut Pro X. Grootste verandering in versie 10 is de vereenvoudigde interface; deze is meer op iMovie gaan lijken. Dit wordt vooral zichtbaar in het werken met de tijdslijn. Bij het importeren en sorteren van beeldmateriaal zou de editor bovendien bepaalde scènes beter kunnen herkennen, bijvoorbeeld of er mensen in voorkomen.
Het 240 euro kostende Final Cut Pro X ondersteunt nu ook de multicoreprocessors van Intel beter, waardoor de prestaties zouden verbeteren. Bovendien is de editor nu een 64bit-applicatie, zodat meer werkgeheugen aanspreekbaar is. Ondanks de volgens Apple verbeterde interface, zijn niet alle gebruikers overtuigd van de verbeteringen. In de Mac App Store krijgt Final Cut Pro X een relatief lage rating en wordt versie 10 als 'te simpel' en 'buggy' omschreven.
Motion 5, een tool om onder andere effecten aan video-edits toe te voegen en titels te bewerken, is voortaan ook een 64bit-applicatie. Ook in deze applicatie is de gui op de schop genomen en vereenvoudigd, terwijl voortaan ook zogeheten chromakey-filters toegepast kunnen worden. Motion 5 moet 40 euro kosten.
Compressor 4, de tool om video's naar allerhande compressieformaten om te zetten, moet 40 euro opbrengen. Dit pakket bevat relatief weinig vernieuwingen. Zo is de interface dezelfde gebleven. Nieuw is de mogelijkheid om custom export settings aan te maken voor Final Cut Pro X. Ook kan videomateriaal geschikt worden gemaakt voor http live streaming.
:fill(white)/i/1308751775.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1308751776.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1308751777.jpeg?f=thumb)