Het CBP heeft de SIOD een dwangsom van 100.000 euro opgelegd. Volgens de toezichthouder informeert de opsporingsdienst burgers niet over de verwerking van hun persoonsgegevens en slaat het de privacygevoelige data te lang op.
De Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst gebruikt in zijn taak als opsporingsinstantie voor fraudebestrijding in de sociale zekerheid diverse persoonsgegevens van burgers, die deels via bestandskoppelingen worden verkregen. Volgens het College Bescherming Persoonsgegevens is uit eigen onderzoek gebleken dat de SIOD nagelaten heeft om burgers die in zijn databases zijn opgenomen te informeren, terwijl dat volgens de Wet bescherming persoonsgegevens verplicht is. Daarnaast bewaart de instantie de verzamelde gegevens te lang.
Het CBP heeft de SIOD een dwangsom van 100.000 euro opgelegd om zo het overheidsorgaan te dwingen om binnen twee maanden alle niet-noodzakelijke informatie uit zijn systemen te verwijderen. De SIOD moet ook burgers informeren als zij in de databases zijn opgenomen. Als de SIOD dat nalaat, legt het CBP hen hiervoor een boete van 50.000 euro op.
Volgens de privacywaakhond kleven er de nodige risico's aan bestandskoppeling met gevoelige gegevens. Zo kan de informatie in verkeerde handen vallen als deze onnodig lang wordt bewaard, waardoor bijvoorbeeld identiteitsfraude gepleegd kan worden. Ook zou er het risico bestaan dat de verzamelde persoonsgegevens worden hergebruikt voor andere doeleinden dan het oorspronkelijke. 'Voorkomen moet worden dat burgers die een uitkering aanvragen of ontvangen, worden behandeld als potentiële fraudeurs die onbeperkt mogen worden gecontroleerd', aldus het CBP.