Enisa, het Europese agentschap voor informatiebeveiliging, plaatst kanttekeningen bij het gebruik van clouddiensten door overheden en de publieke sector. Gevoelige gegevens moeten niet extern worden opgeslagen, meent het agentschap.
Externe providers van clouddiensten zouden alleen moeten worden gebruikt voor niet al te gevoelige gegevens en niet-cruciale diensten, schrijft de organisatie.
Wanneer overheden of semi-overheidsinstellingen gevoelige gegevens moeten opslaan, zou een eigen ict-infrastructuur beter zijn, waarbij eventueel kan worden samengewerkt met andere organisaties, door Enisa respectievelijk aangeduid als privé- en community-clouds.
Een bezwaar tegen externe aanbieders van clouddiensten is volgens de organisatie dat veel aanbieders zich niet binnen de Europese Unie bevinden, waardoor informatie soms buiten de EU wordt opgeslagen. Daardoor zijn de Europese regels voor gegevensbescherming niet van toepassing. Bovendien zouden veel aanbieders van externe clouddiensten niet transparant genoeg zijn over hun beveiliging.
Enisa raadt de EU aan om duidelijkere wetgeving aan te nemen die het gebruik van cloudcomputing coördineert. Ook zouden de individuele EU-landen regels moeten instellen voor het gebruik van cloudcomputing, waardoor de beveiliging moet worden gewaarborgd, evenals interoperabiliteit tussen verschillende platforms.
Instellingen die gebruik willen maken van cloudcomputing zouden daarnaast stil moeten staan bij de gevolgen daarvan, bijvoorbeeld de gevolgen van het onverwacht uitvallen van een clouddienst. Cruciale toepassingen moeten blijven werken als een clouddienst uitvalt, aldus Enisa.