Europese providers hebben tegenover Enisa, de Europese organisatie die over cybersecurity gaat, hun zorgen uitgesproken over het verplicht melden van datalekken. Ze vrezen onder andere aantasting van hun goede naam.
Enisa heeft een inventarisatie gemaakt van de zorgen van zowel providers als de Data Protection Authorities van de verschillende lidstaten over de ePrivacy Directive (2002/58/EC). Deze richtlijn van eind 2009 verplicht lidstaten om het melden van datalekken voor isp's en telecombedrijven in wetgeving op te nemen. De inventarisatie moet tot betere procedures voor het melden leiden en ook helpen bij de beslissing om de meldplicht naar andere sectoren uit te breiden.
Providers en databeschermingsautoriteiten maken zich vooral zorgen over een stortvloed aan meldingen die onderzocht moet gaan worden, hoewel lang niet elke notificatie dit onderzoek mogelijk waard is. Ze pleiten daarom voor een prioritering, waarbij ernstige lekken voorrang krijgen. Daarbij komt dat providers liever eerst hun energie richten op het oplossen van het probleem, terwijl de autoriteiten liefst zo snel mogelijk op de hoogte willen worden gesteld.
Ook zijn providers bang over de impact van de meldingen op hun naam en de relatie met klanten. Ze willen dan ook garanties dat de notificaties hun naam niet aantasten, terwijl de autoriteiten zoveel mogelijk informatie willen geven die voor gedupeerden van belang is. De aanbieders willen klanten ook niet onnodig ongerust maken, terwijl de Data Protection Authorities naar zoveel mogelijk transparantie streven.
Ook in Nederland gaat de regering de meldplicht invoeren. In Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Ierland is de verplichte notificatie voor isp's en telco's al in de wet opgenomen.