Een nieuw bedrijf heeft een servercluster in een kleine behuizing uitgebracht. Het cluster zou een alternatief zijn voor systemen met meer dan één server, maar door gebruik te maken van 512 Atom-chips veel zuiniger zijn dan doorsneesystemen.
Het bedrijf draagt de naam SeaMicro en maakt bij zijn SM10000 gebruik van zelfontwikkelde chips voor de virtualisatie van serveronderdelen. Het systeem huist in een 10U-chassis en bestaat verder uit 64 moederborden met in totaal 512 Atom Z530-processors van Intel die op 1,6GHz lopen. De Atoms kunnen elk over 2GB ddr2 beschikken en het systeem zou vier psu's nodig hebben om alle onderdelen van stroom te voorzien. De Atom zorgt met zijn lage tdp voor een groot deel van het lage verbruik, maar bij servers is de cpu maar voor een derde van het verbruik verantwoordelijk; de chipset, het geheugen, de netwerkonderdelen en de i/o-onderdelen zorgen voor de rest.
SeaMicro maakt daarom gebruik van mesh-technologie zoals die ook in veel supercomputers zit. Dankzij deze technologie werkt elke Atom alsof deze beschikt over de serveronderdelen die voor de taken nodig zijn. Een asic-chip emuleert de schijftoegang en de ethernetconnectie, terwijl een fpga de loadbalancing van groepen Atom-servers efficiënt voor zijn rekening zou nemen. De op 130nm geproduceerde asic verbindt de Atoms via de mesh-interconnect met een bandbreedte van 1,28Tbps. De asic-chip en fpga zouden dankzij de virtualisatie leiden tot een besparing van 90 procent van de onderdelen ten opzichte van normale servers-stacks, claimt SeaMicro.
Verder is er een schijfcontroller met twee Xilinx Virtex 5-fpga's aanwezig om de verbinding met de asics en acht sata-schijven of -ssd's tot stand te brengen. Een ook aanwezige netwerkkaart gebruikt vergelijkbare fpga's en ondersteunt acht Gbit- of twee 10 Gbit-ethernetpoorten, terwijl er maximaal acht van dergelijke kaarten aanwezig kunnen zijn.
Het kastje is 44,5 centimeter hoog en een basisconfiguratie verbruikt 2 kilowatt, wat SeaMicro tot de claim brengt dat zijn systeem een kwart van de omvang en het verbruik heeft van bijvoorbeeld een Dell R610-server, terwijl het toch een vergelijkbare SpecInt-score van 100.000 zou halen. De SM10000 komt in juli uit en het basissysteem krijgt een adviesprijs van 139.000 dollar. Dat het systeem zuinig is, staat buiten kijf, maar de nadelen zijn talrijk, zo tekent Anandtech aan. De capaciteit van de cpu en het geheugen zijn beperkt en er is bijvoorbeeld geen echte ondersteuning voor raid.
:fill(white)/i/1276606005.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1276606006.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1276606007.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1276606008.jpeg?f=thumb)