Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft geweigerd om het beroep tegen het toestaan van de Remote Storage DVR van Cablevision in behandeling te nemen. De kabelmaatschappij kan dan ook doorgaan met deze dienst.
Vanaf 2006 biedt het Amerikaanse kabelbedrijf Cablevision zijn klanten de mogelijkheid om programma's op te nemen op de servers van het bedrijf. Via de afstandsbediening van de settopbox kunnen de klanten aangeven dat ze willen opnemen of afspelen. Het systeem werkt vanuit de klant bezien als een digitale videorecorder. Voor het kabelbedrijf is het centrale systeem echter aanzienlijk goedkoper dat het uitzetten en onderhouden van losse dvr's bij de abonnees.
Een aantal film- en televisiemaatschappijen, waaronder CBS, Twentieth Century Fox, NBC Universal, CNN en Walt Disney, beschouwde het afspelen van programma's vanaf de server echter als een heruitzending, waarvoor dan ook auteursrechten zouden moeten worden betaald. Omdat Cablevision dit weigerde te doen, daagden de maatschappijen het bedrijf voor de rechter. In eerste instantie kregen de studio's gelijk, maar Cablevision ging in beroep. In deze beroepszaak bepaalden de rechters dat het systeem in feite niets anders betreft dan een digitale videorecorder waarvan de harde schijf centraal bij de provider staat opgesteld: voor hen voldoende reden om het alsnog toe te staan.
De studio's vroegen vervolgens aan het Hooggerechtshof om dit vonnis te vernietigen, maar de hoogste rechters weigerden zonder commentaar de zaak in behandeling te nemen, zodat Cablevision zijn gang kan blijven gaan, zo meldt Ars Technica.
De weigering van het Hooggerechtshof om de zaak in behandeling te nemen betekent overigens nog niet dat dergelijke systemen nu onbeperkt zijn toegestaan. De reikwijdte van de zaak tussen Cablevision en de studio's was beperkt, doordat Cablevision al had toegezegd zich niet te zullen beroepen op 'fair use', terwijl de studio's hadden afgezien van een beschuldiging van medeplichtigheid aan auteursrechtschending. Om deze reden had de regering het Hooggerechtshof ook al gevraagd af te zien van een behandeling van de zaak.
Waarschijnlijk zullen in de nabije toekomst meer kabelbedrijven beginnen met het aanbieden van digitale videorecorders-op-afstand. Het ligt voor de hand dat er dan een nieuwe rechtszaak komt, waarin wel alle juridische aspecten van de zaak aan bod komen. Mogelijk zal het Hooggerechtshof zich daarom in de toekomst alsnog over de toelaatbaarheid van het systeem uitspreken.