De Amerikaanse regering heeft via de landsadvocaat Elena Kagan het Hooggerechtshof verzocht om het beroep dat de studio's hebben ingesteld tegen de digitale videorecorder-op-afstand van Cablevision, niet in behandeling te nemen.
Veel Amerikaanse kabelbedrijven bieden hun klanten digitale videorecorders aan in de vorm van settopboxen. Zowel de kastjes als het onderhoud ervan zijn duur en Cablevision kwam op het idee om de dienst goedkoper aan te kunnen bieden door de programma's op centrale servers op te slaan. De kijker geeft nog steeds zelf aan wat hij wil opnemen en afspelen, alleen gebeurt dit niet meer op een apparaat bij hem thuis, maar op een server van Cablevision.
Volgens Cablevision was dit systeem niets anders dan een digitale videorecorder met een heel erg lange kabel, maar de film- en televisiestudio's beschouwden het als een heruitzending, waarvoor auteursrechten moesten worden betaald. In maart 2007 bepaalde een federale rechter dat het systeem van Cablevision inderdaad moest worden beschouwd als een heruitzending en dat er rechten voor moesten worden betaald.
Cablevision ging tegen dit oordeel in beroep en de hogere rechter gaf het kabelbedrijf alsnog gelijk. Omdat het opneem- en weergeefproces geheel door de klant werd bestuurd vonden de rechters dat er geen sprake was van heruitzending, maar van een videorecorder die op afstand werd bediend. Cablevision hoefde er dan ook niet voor te betalen. De studio's vroegen uiteindelijk het Hooggerechtshof om een streep door dit oordeel te halen.
De landsadvocaat heeft nu het Hooggerechtshof verzocht om de zaak niet in behandeling te nemen. Weliswaar is het al of niet toelaatbaar zijn van videorecorders op afstand een belangrijke fundamentele rechtsvraag, maar die komt in de zaak tegen Cablevision slechts gedeeltelijk aan de orde, omdat beide partijen hun claims al hebben beperkt. Cablevision heeft erin toegestemd om zich niet te beroepen op fair use, terwijl de studio's het kabelbedrijf niet zullen beschuldigen van medeplichtigheid aan auteursrechtschending.
Een uitspraak van het Hooggerechtshof in de betreffende zaak zou dan ook geen definitief antwoord geven over de rechtmatigheid van het systeem van Cablevision. Als Cablevision zou winnen, zouden de studio's in een volgende zaak het kabelbedrijf kunnen beschuldigen van medeplichtigheid aan auteursrechtschending en als de studio's zouden winnen zou een kabelaar zich kunnen beroepen op 'fair use'. In beide gevallen zou de zaak opnieuw voor het Hooggerechtshof kunnen komen. Volgens Kagan kan het Hof deze zaak dan ook beter laten liggen en het oordeel van de lagere rechter dat in het voordeel van Cablevision viel in stand laten, zo meldt Ars Technica.