Microsoft heeft deze week een aantal belangrijke nieuwe features aan de synchronisatiesoftware Live Mesh toegevoegd. De belangrijkste hiervan is ondersteuning voor Windows Mobile en Mac OS X.
Een eerste versie van Live Mesh werd in april door Microsoft voorgesteld. Sindsdien is de applicatie bijgewerkt met verschillende nieuwe functies, waaronder een mobiele Live Mesh-website om de dienst ook beschikbaar te stellen aan Windows Mobile-gebruikers. Het bekijken en downloaden van bestanden via de Live Desktop, de website waarmee gebruikers toegang krijgen tot hun bestanden, werkt in elke moderne webbrowser. Via client-software voor Windows en nu ook voor Mac OS X en Windows Mobile is het mogelijk om bestanden te uploaden naar de cloud.
De vernieuwde client-software geeft een overzicht van alle door de gebruiker op de cloud aangesloten apparaten en gebruikers. Daarnaast geeft dit programma een melding op het moment dat bestanden zijn aangepast. Dit is vooral handig in combinatie met de mogelijkheid om bestanden en mappen te delen met andere gebruikers. Nieuw in de clientsoftware is de mogelijkheid om alle synchronisatie-instellingen te beheren, zonder dat daarvoor de Live Desktop-site bezocht hoeft te worden. Ook nieuw is dat het programma nu een indicatie geeft van de status van de bestandssynchronisatie.
:fill(white)/i/1225536699.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1225536700.jpg?f=thumb)
Een andere toegevoegde feature is dat gebruikers van Internet Explorer 6 en hoger bestanden via drag-and-drop naar de cloud kunnen versturen. Verder is de rechtenstructuur voor de gedeelde mappen vergroot: het is nu mogelijk om gebruikers rollen als 'eigenaar', 'redacteur' of 'lezer' toe te bedelen. Tot slot is de stabiliteit van de synchronisatie verbeterd en kunnen bestanden via p2p gesynchroniseerd worden.
Live Mesh is voor een groot deel gebaseerd op webstandaarden, zoals xml en rest, maar maakt op sommige plekken gebruik van Activex-objecten om specifieke Windows-functionaliteit te ontsluiten. De applicatie bevat een aantal api's waardoor externe applicaties met de cloud kunnen communiceren omtrent online en offline storage, synchronisatie en p2p-communicatie. Op den duur moet het mogelijk worden voor externe ontwikkelaars om op basis van deze api's applicaties te ontwikkelen, waarbij het niet uitmaakt of deze in de cloud of op een verbonden apparaat draait.
