Onderzoekers zijn er in theorie in geslaagd lichtgolven te comprimeren zodat het licht in ruimtes in de orde van grootte van tientallen nanometers kan bewegen. Het theoretische werk zou optische computers een stap dichterbij brengen.
Licht laat zich zeer lastig manipuleren op een schaal die kleiner is dan de golflengte van zichtbaar licht, ruwweg alles kleiner dan 400nm. Voorheen lag de grens tot waar licht zich liet samenpersen rond de 200nm. Voor gebruik in optische computers moet licht echter in kleinere ruimtes kunnen voortbewegen en de golflengte van elektronen benaderen. Pas dan kunnen elektronen en fotonen op een nuttige manier samenwerken en in optische computers ingezet kunnen worden. Een van de manieren om licht tot voorbij zijn eigen golflengte te comprimeren, is het gebruik van surface plasmons: elektronen binden het licht en laten de lichtgolf op het oppervlak van een metaal voortbewegen. Probleem bij deze transportmethode is de snelle uitdoving die het plasmon ondervindt: transport over grotere afstand zou te veel energie vergen.
Een team van de universiteit Berkeley is er echter in geslaagd om een manier te bedenken waarop licht in enkele tientallen nanometers kan worden samengedrukt en toch significante afstanden kan overbruggen. De oplossing, die vooralsnog puur theoretisch is en alleen aan de hand van simulaties is getoetst, komt uit de halfgeleiderwereld. Onderzoekers Xiang Zhang en Rupert Oulton maken gebruik van een halfgeleiderdraad en zilverfolie, die samen als een condensator werken. Lichtgolven worden gevangen tussen de draad en het folie, waarbij elektrische ladingen worden opgebouwd. Die ladingen zorgen op hun beurt voor het voortbewegen van het licht, waarbij afstanden van meer dan honderd maal de afstand die een plasmon kan overbruggen werden afgelegd.
Volgens Zhang zou het daadwerkelijk maken van een dergelijk lichttransportapparaat redelijk triviaal zijn. Het enige probleem is de benodigde apparatuur om te detecteren of het werkt: lichtpuntjes van enkele tientallen nanometers vergen zeer gevoelige sensors. Volgens Oulton zou de techniek een belangrijke stap naar optische computers zijn, aangezien fotonen en elektronen letterlijk dichter bij elkaar zouden komen. Het samendrukken van licht in kleine ruimtes, het gebruik van plasmonen en de interactie van foton en elektron zou tot de ontwikkeling van optische transistors kunnen leiden.