Sun gaat komende dinsdag een demonstratie geven van zijn Proximity-techniek, die computerchips in staat stelt om direct en op hoge snelheid draadloos met elkaar te praten.
Het bedrijf heeft een 10Gb-netwerkswitch met vier poorten in elkaar geknutseld om te bewijzen dat Proximity werkt. Data van het netwerk komt binnen op een ethernetchip die rechtstreeks achter iedere poort zit, maar wordt vervolgens via een draadloze verbinding naar de centrale processor verzonden. Hiervoor worden 72 kanalen tegelijk gebruikt, waarover een snelheid van 1Gbit gehaald kan worden.
Het wordt de eerste keer dat de Proximity-techniek in een praktisch bruikbaar systeem getoond wordt en tevens de eerste demonstratie van communicatie tussen meer dan twee chips tegelijk. De volgende stap is het verhogen van de bandbreedte naar 256 kanalen, maar de plannen voor de lange termijn zijn nog veel ambitieuzer: 'We denken dat ontwerpen met honderdduizenden kanalen en meerdere terabits aan bandbreedte mogelijk zullen worden', aldus Hans Eberle, die verantwoordelijk is voor het project.

De grootste uitdaging zat hem niet in de theorie, maar in de productie van de chips. De huidige prototypes zijn op 180nm bakken door TSMC, maar de uitdaging was om ze op de juiste manier in de verpakking te krijgen. Het is namelijk een precisiewerkje om de microscopische zenders en ontvangers op elkaar af te stellen. Sun zegt daar nu een goedkope manier voor te hebben gevonden, die geschikt is voor massaproductie.
Het verbruik van de chips is op dit moment nog niet geoptimaliseerd, maar men heeft er wel vertrouwen in dat netwerkapparatuur gebaseerd op Proximity op termijn zuiniger kan zijn dan traditionele ontwerpen met backplanes van koper en glasvezel, waarbij de draadloze versie ook nog eens beter zou presteren.
Oorspronkelijk is de techniek ontwikkeld om mee te kunnen bieden op een prestigieus supercomputer-