Het Amerikaanse ministerie van Homeland Security eist van Verisign de encryptiesleutel op van de DNS Security Extensions. Internationaal is verontwaardigd gereageerd op het verzoek. Veel landen vrezen een te stevige greep van de VS op het internet.
DNS Security Extensions (DNSSec) is een beveiligingsprotocol om de tekortkomingen van het huidige DNS-systeem te beperken. De techniek behelst dat betrouwbare DNS-servers een certificaat hebben - ondertekend met de master key van Verisign - waardoor de techniek van cache poisoning voorkomen kan worden. DNSSec is al enkele jaren oud, maar door moeilijkheden met de achterwaartse compatibiliteit en de miljoenen DNS-servers op de wereld die voorzien moeten worden met de beveiligingslaag, heeft de implementatie veel vertraging opgelopen.
Indien Verisign de hoofdsleutel zou overhandigen, krijgen de Amerikanen verregaande mogelijkheden met betrekking tot het gebruik van het nieuwe systeem. Op een recente bijeenkomst van Icann in Lissabon hadden veel landen kritiek op de eis van de VS. Het land zou teveel macht over het internet naar zich toe willen trekken. Een aanwezig lid van de Europese Commissie zei de zaak te gaan bespreken met de Europese lidstaten. Een oplossing zou kunnen zijn dat Icann zelf de sleutels in beheer krijgt, maar de VS claimen het recht om controle te kunnen uitoefenen op de organisatie. Icann zelf is al enige tijd bezig om te proberen onder het juk van de Amerikanen uit te komen. Zo wordt een verhuizing naar Zwitserland niet uitgesloten.