De Amerikaanse senaat wil hi-techbedrijven in de VS verplichten positieve discriminatie toe te passen ten aanzien van Amerikanen bij het werven van personeel. Aan de werving van buitenlanders zouden strenge beperkingen opgelegd worden.
Op de valreep voor het lenteverlof hebben de senators Chuck Grassley en Dick Durbin een wetsvoorstel ingediend waarmee ze misbruik van de zogenaamde werkvisa willen tegengaan. Bedrijven kunnen voor buitenlandse werknemers een dergelijk werkvisum aanvragen, maar de senators zijn van mening dat het immigratiebeleid erop gericht moet zijn de werkende bevolking aan te vullen in plaats van die te vervangen. In een poging de eigen bevolking te beschermen, willen ze daarom eisen dat bedrijven een autochtone sollicitant de voorkeur geven boven een buitenlandse kandidaat.
Het H-1B-programma werd in de jaren negentig in het leven geroepen om buitenlandse afgestudeerden met een bachelor-graad de kans te bieden zes jaar lang in de VS te werken. Jaarlijks zijn er in principe maximaal 65.000 van die visa beschikbaar, maar middels uitzonderingen en extraatjes loopt dit aantal in de praktijk op tot meer dan 100.000. Met het wetsvoorstel willen de senators extra voorwaarden opleggen voor het toekennen van een werkvisum. Zo zou een bedrijf moeten verklaren een bonafide poging gedaan te hebben om een Amerikaanse kandidaat voor de functie te vinden en mag de immigrant geen functie bezetten die door een Amerikaan ingevuld kan worden.
Om ervoor te zorgen dat er met deze regels geen loopje genomen wordt, zouden werkgevers vactures dertig dagen lang op de website van het Ministerie van Werkgelegenheid moeten publiceren voor zij een H-1B-visum kunnen aanvragen voor een buitenlandse kandidaat. Als ultieme beperking willen de senators het bedrijven met minstens vijftig werknemers verbieden om meer dan de helft van hun personeel middels H-1B-visa te werven. Niet alle bepalingen in het wetsvoorstel zijn negatief voor buitenlanders die in Amerika willen gaan werken. Bedrijven zouden namelijk verplicht worden om H-1B-werknemers evenveel te betalen als een Amerikaan zou verdienen in dezelfde functie, om zo besparingen door het werven van goedkoper buitenlands personeel te bemoeilijken.