IBM en Cray hebben contracten met het Amerikaanse ministerie van Defensie afgesloten voor de bouw van twee supercomputers. Voor de twee rekenmachines is bijna een half miljard dollar uitgetrokken.
Het Defense Advanced Research Projects Agency heeft IBM 244 miljoen dollar toegezegd voor een vierjarig ontwikkeltraject, dat moet resulteren in een machine die 'honderd keer sneller dan hedendaagse general purpose supercomputers is'. Dat houdt volgens het Amerikaanse leger een snelheid van twee tot vier petaflops in, oftewel twee tot vier biljard sommetjes per seconde. Daarbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat de huidige recordhouder, een IBM Blue Gene, rond de 360 biljoen flops aflevert en dus 'maar' een factor tien langzamer is. De te bouwen IBM-machine, die wordt opgetrokken rond de Power7-cpu, moet verder veel simpeler te programmeren, bedienen en gebruiken zijn dan courante supercomputers. IBM heeft daarvoor naar eigen zeggen gekozen voor een holistisch ontwerp - en het is ongetwijfeld voor het eerst dat een computerbouwer claimt dat de werking van zijn machine niet met behulp van de afzonderlijke onderdelen te verklaren is.
Het contract dat Cray in de wacht sleepte is 250 miljoen dollar waard. Cray is overigens al met een 'petascale'-machine bezig: in maart sleepte het een opdracht van het Amerikaanse ministerie van Energie in de wacht, die in 2008 een supercomputer moet opleveren die minstens één petaflop produceert. In het kader van het nieuwe contract zal Cray, net als IBM, software proberen op te leveren waarmee het schrijven van de applicaties voor de machine 'tien keer zo snel' verloopt als wat momenteel het geval is. Het zogeheten High Productivity Computing Systems-programma van Darpa moet dankzij dergelijke innovaties zijn geld wel terugverdienen: de militairen hopen op een 'nieuwe generatie supercomputers', waarvan ze de technologie aan andere overheidsdiensten en het bedrijfsleven kunnen verkopen. Onder de geïnteresseerden bevinden zich het ministerie van Energie, het National Security Agency en de olie-industrie.