In China is vol verbazing gereageerd op de bekendmaking afgelopen vrijdag dat de gerenommeerde computerwetenschapper Chen Jin gelogen heeft over zijn ontdekkingen. De 37-jarige Chen claimde in 2003 dat hij zelf een computerchip had ontwikkeld voor de verwerking van digitale signalen. Deze DSP-chip werd in eigen land gezien als het voorbeeld bij uitstek dat de technologische achterstand op het Westen in te halen is op basis van eigen capaciteiten. In China wordt gevreesd dat deze fraudezaak niet uniek is. De druk van de Chinese overheid op wetenschappers om aan te kunnen haken bij het Westen zou ervoor zorgen dat veel onderzoek gehaast wordt uitgevoerd en kopieergedrag in de hand wordt gewerkt.
Volgens Chen zou de zogenaamde Hanxin-chip rond de tweehonderd miljoen instructies per seconde kunnen verwerken. De Chinese overheid beloonde deze technologische mijlpaal met diverse privileges, waaronder een eigen werkgroep van meer dan honderd onderzoekers bij de Jiaotong-universiteit. Ook bezat de jonge computerwetenschapper een breed scala aan eigen bedrijven. In 2004 kondigde hij de opvolger van de oorspronkelijke Hanxin-chip aan. Van de nog snellere Hanxin II en III zouden volgens de Chinese pers al meer dan 3,5 miljoen exemplaren besteld zijn, wat het vermoeden deed ontstaan dat onder meer IBM een afnemer was.
Aan deze droom is een abrupt einde gekomen na de officiële aankondiging door de Chinese overheid dat al het werk van Chen Jin gebaseerd is op fraude. De bal die tot deze verklaring leidde, kwam eind 2005 aan het rollen. Voormalige collega's van Chen die in de clinch lagen met hem, claimden dat de eerste versie van de Hanxin-chip niets meer was dan een Motorola-chip waar de naam vanaf was gekrast. De overheid meldde vrijdag dat hij fabrikanten van de Hanxin simpelweg de bestaande technische specificaties van een buitenlandse chip had gegeven en dat zijn onderzoek gebaseerd was op leugens.
Chen Jin was bij Motorola gepromoveerd tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Hij had zich onder andere gestort op het testen van analoge circuits. In 2000 keerde hij terug naar China, alwaar hij bij Motorola's onderzoekscentrum in Suzhou werd aangesteld. Kort daarna verhuisde hij naar de Jiaotong-universiteit. Na het bekendmaken van de fraude door Chen heeft de Chinese overheid per direct alle subsidies aan zijn werkgroep stopgezet en verklaard dat hij nooit meer deel zal mogen nemen aan onderzoek voor de overheid. Het universiteitsbestuur heeft hem 'verachtelijk' genoemd. Chen Jin zelf heeft nog niet verklaard schuldig te zijn en onthield zich sinds de bekendmaking door de Chinese overheid van commentaar.
