Intel, HP en diverse andere partners gaan de komende vijf jaar 10 miljard dollar investeren om de positie van de Itanium-architectuur in de high-end servermarkt te verstevigen. Het geld zal worden uitgegeven via de Itanium Solutions Alliance, een verbond dat vijf maanden geleden werd gesloten tussen een groep van zeventien hardware- en softwarebedrijven. De groep zal het geld onder andere gebruiken om de ontwikkeling van software te stimuleren, onderzoek te doen naar nieuwe toepassingen en technieken, en uiteraard ook voor marketing. Hoewel veel mensen erg kritisch zijn over het bestaansrecht van de Itanium, onder andere vanwege technische problemen, felle concurrentie en tegenvallende verkoopcijfers, legt Tom Kilroy van Intels Digital Enterprise-groep uit waarom het zeker nog wel de moeite waard is om door te blijven zetten: in de (kleine) markt waar Itanium op gericht is wordt jaarlijks 140 miljard dollar uitgegeven aan hardware, en zelfs dat bedrag valt in het niet vergeleken bij de software en diensten die daar bovenop komen. Voor Intel en zijn partners is 10 miljard een kleine prijs om te betalen om een groter deel van die taart te krijgen.
De Itanium slaagt er op dit moment overigens ook al in om marktaandeel weg te snoepen van zijn grote concurrenten: Sun Sparc en IBM Power. Uit cijfers van Gartner en IDC blijkt dat de markt voor Power-servers in het derde kwartaal van vorig jaar weliswaar nog steeds 2,6 tot 3 keer zo groot was als die voor Itanium-servers, maar ook dat de groei van Itanium vele malen sterker is dan die van Power. De markt voor Sun Sparc-servers is zelfs nog 'maar' 60 tot 70 procent groter. In eerste instantie werd het overgrote deel van de Itaniums geleverd door HP, omdat het zijn eigen PA-RISC-processors ermee vervangt en klanten dus min of meer gedwongen over moeten stappen. Door de opkomst van nieuwe partners zoals Fujitsu, NEC en SGI neemt dat percentage echter gestaag af. Hoewel Intel door de verschillende belangen van zijn klanten niet zo (extreem) ver kan gaan als IBM met zijn ontwerpen, gelooft het bedrijf dat juist diezelfde samenwerking tot een gezonde toekomst voor de Itanium zal leiden.