De markt voor budgetlaptops is op geen stukken na zo groot als die voor budget-pc's, omdat laptops een stuk lastiger te upgraden zijn en goedkope schootcomputers niet tot de energiezuinigste horen, waardoor ze wat in hun toepasbaarheid beperkt worden. AnandTech heeft vijf laptops van zeshonderd dollar - drie van Compaq, een van Dell en een van Gateway - naast elkaar gelegd en gekeken welke laptop de meeste waar voor z'n geld bood, of liever gezegd: de minste beperkingen. De onveranderlijk met een krappe 256MB geheugen en een al even minimale 40GB harde schijf uitgeruste laptops bevatten of een Celeron M, of een Sempron. Vooral de Celeron M is niet ideaal: deze chip beschikt niet over de SpeedStep-technologie. De geteste Semprons hebben daarentegen wel het vergelijkbare PowerNow! aan boord, waarmee de kloksnelheid, en dus de energieconsumptie, automatisch teruggeschroefd kan worden. Verder mag naast een 14"- of 15"-scherm gerekend worden op integrated graphics; de Sempron-modellen hadden zonder uitzondering de Radeon Xpress 200M-chips aan boord, terwijl de Celerons met Intels 'Extreme Graphics' op pad waren gestuurd. Op het gebied van afmetingen en gewicht lieten alle geteste computers nog wel wat te wensen over, maar de constructie was in alle gevallen goed verzorgd. Opmerkelijk genoeg behoort voor $600 WiFi niet in alle gevallen tot de basisuitrusting; de reviewer vindt dat niet meer van deze tijd.
Compaq biedt als enige van de drie fabrikanten de keus tussen Intel en AMD. De laptops zijn niet alleen met 4:3-schermen leverbaar, maar ook met WXGA-paneeltjes, wat de gebruikte oppervlakte aanzienlijk verkleint. Deze drie computers kregen strafpunten voor slecht verzorgde scharniertjes en een rammelend toetsenbord, en het design liet ook wat te wensen over. Pluspuntje: de knop om WiFi uit te schakelen, wat uiteraard goed is voor de batterijduur. Opmerkelijk is dat het exemplaar met een Celeron het met een volle batterijlading een stuk langer uithield dan de Sempron-exemplaren. De Dell Inspiron heeft als gevolg van het $600-budget geen WiFi aan boord. Minpunt bij deze machine is volgens AnandTech de plaatsing van alle connectoren, waaronder de usb-poortjes, aan de achterkant. Het display is wel helderder dan de andere geteste schermen, maar slechts 14" klein. Ook aan de kleine kant is het toetsenbord; en hoewel de prestaties beter zijn dan die van de andere notebooks, is de batterij van de Dell met ruime voorsprong als eerste leeg.
Ook de Gateway heeft geen WiFi meegekregen. Deze laptop is zowel degelijk als (relatief) klein, maar het toetsenbord is wat onhandig ingericht. Ook heeft deze machine als enige geen knopje om het trackpad uit te schakelen, maar Gateway is wel de enige fabrikant die voor aparte home/end/insert/delete-toetsen heeft gezorgd. In de benchmarks bleef de NX200S niet ver achter bij de Dell, en op het punt van batterijgebruik scoort de Gateway flink wat punten: de NX200S presteerde met voorsprong als beste met een MobileMark Battery Life-waarde van bijna vier uur. De Dell Inspiron hield het zo'n tachtig minuten korter uit en was daarmee, net als bij de dvd-afspeeltest, laatste. Wel was het juist de Inspiron die het langst met een batterijlading deed als de MobileMark Performance-test werd gedraaid: 179 minuten tegen 166 voor de Gateway. Ondanks een wat lawaaiig ventilatortje wint de Gateway dan ook met voorsprong het warenonderzoek. Wel raadt AnandTech aan om er zo mogelijk extra geheugen in te laten zetten, en, waar van toepassing, WiFi. Daarmee zal het prijskaartje uiteraard wel hoger uitvallen.
