Bij The Register vinden we een verslag van een rechtszaak die in Frankrijk tegen Microsoft is aangespannen vanwege het illegaal gebruiken van andermans code in software. Het gaat hier om een beroep in een zaak tegen twee softwareontwikkelaars, Raymond Perrin en Isabelle Cuadros, waarbij de aanklagers de uitspraak aanvechten die de Franse rechter eerder in 2001 deed. Daarbij werd de Amerikaanse softwaregigant gesommeerd het stel een vergoeding van 425.000 dollar te betalen voor gederfde inkomsten, maar de Fransen willen nu geen genoegen nemen met minder dan 19 miljoen.
In 1994 kocht Microsoft het softwarebedrijf Softimage Creative Environment aan, en verkocht datzelfde bedrijf in 1998 weer door. In die periode werd er met de programma's van Softimage, die onder meer gebruikt werden bij de productie van films als Jurassic Park, maar liefst 790 miljoen dollar verdiend. De twee Franse programmeurs beweren nu dat enkele programmafuncties die zij zouden hebben ontwikkeld, te letterlijk zijn verwerkt in de software van Softimage. Daarom claimen zij een deel van de opbrengsten van het programma, te weten voornoemde 19 miljoen dollars. De uitspraak van de rechter is 9 oktober:
Three concurring experts showed that the asserted functionalities corresponded to 6 per cent to 8 per cent of Softimage's software value. This was scaled back to 5 per cent of the software's value during the period until Softimage's sale to Avid (1998), while applying the usage fee specified in the initial contract (50%), it all adds up to about 2.5% of the turnover generated by the software (a little over US$790 million), that is to say US$19 million.
This is precisely what he requests before the Appeal Court as damage and interest for Raymond Perrin and Isabelle Cuadros, along with the unconditional removal of the pirated functionalities, knowing that should the case go criminal, damage and interests would correspond to the full amount of the software's turnover!