Ik zie veel over kwetsbaarheid van kabels, zal proberen e.e.a. wat uit te diepen.
Glasvezelkabels liggen in de regel op 50-60cm diepte in de grond. Glasvezel is op zichzelf behoorlijk kwetsbaar en daarom altijd onderdeel van een kabel die de vezel beschermd in meerdere lagen. Bijna alle kabels (behalve zogenaamde direct-buried) hebben dezelfde opbouw.
- De vezel ligt in een gel, gebundeld meestal per 12 of 24 in een tube.
- Tubes zitten gewikkeld om een gemeenschappelijk sterkte element.
- Om de tubes heen zitten aramide of kevlar garens, met een dunne laag kunststof (PE of nylon soms) / coating om alles strak bij elkaar te houden.
Deze kabels worden in de regel geblazen in een duct, miniduct, subduct. Een buisje van 8-12mm (binnen)diameter. Deze zijn van HDPE, meestal 2-5mm dik. Klinkt als weinig, maar is bijzonder taai spul. Dat gaat echt niet zomaar kapot.
Maar:
Tegen een graafmachine is weinig bestand. En dat is meestal de oorzaak van deze schades. Geen deugdelijk onderzoek naar de ligging van kabels.
In Nederland is elke netbeheerder verplicht om de
leginformatie van de netwerken te registreren. Met de KLIC dienstverlening van het kadaster, zoals beschreven in de WIBON (Wet Informatieuitwisseling Boven en Ondergrondse Netwerken) kan deze informatie altijd actueel geraadpleegd worden. Uitdaging hierbij is dat netbeheerders met relatief grote nauwkeurigheid (in de regel op 10cm) haar netten registreren bij aanleg, maar dat dit na verloop van tijd kan veranderen door invloeden van derden. Bijvoorbeeld een verzwaring van de naastliggende riolering, waarbij de kabels tijdelijk aan de kant gelegd zijn. Een KLIC-melding is verplicht bij wet bij Machinaal graven. Bij handmatig graven is dat niet het geval, maar aangezien het €13,- kost en je dan exact weet wat je kan aantreffen altijd aan te bevelen.
Daarom is er in Nederland de CROW500 afgesproken. Daarin staat beschreven welke verplichtingen de netbeheerder en grondroerder hebben om schades aan de netten te voorkomen. De belangrijkste verplichtingen voor de grondroerder zijn:
- Binnen het eigen werkgebied alle leidingen te localiseren
- Een leiding wordt geacht maximaal 1m af te wijken
- Indien een leiding binnen 1,5e meter van het graafgebied ligt, moet deze gelocaliseerd worden, om ook de afwijking tot 1m te kunnen pakken.
- Bij machinaal graven moeten leidingen handmatig "voorgestoken" worden. Dat wilt zeggen met de spade de leiding localiseren en machinaal de toplaag afgraven.
Er zijn
geen wettelijke of nationale eisen over diepteligging. Soms is dat in de AVOI (algemene verordening openbare inrichting) van de lokale overheid geregeld. Maar, zoals ik al aangaf, ligging kan door invloeden wijzigingen. En daarom is er de plicht kabels altijd op te zoeken.
Dit allemaal gezegd hebbende, door een goede geografisch redundante verbinding zou downtime op dit netwerkvlak niet nodig hoeven te zijn. Maar kijk naar Odido een paar maanden geleden. Door een verkeerde herrouting tabel die het netwerk door liep ging dat toch mis...
Bronvermelding; ik werk voor ODF
[Reactie gewijzigd door Mojo op 3 oktober 2025 09:17]