Bij EE Times wordt de technologische toekomst voorspeld door Ray Kurzweil, pionier op het gebied van spraakherkenning. Hij verwacht dat het over nog geen dertig jaar mogelijk zal zijn om minuscule sensoren in de menselijke bloedbaan te injecteren, microchips met de hersenen samen te laten werken en innerlijke gevoelens letterlijk te delen met anderen door deze elektronisch over te sturen. Het principe achter zijn theorie is dat technologische vooruitgang in een steeds sneller tempo gaat. Iets wat vroeger een bepaald aantal jaar kostte om te ontwikkelen, zou tegenwoordig al veel sneller gemaakt kunnen worden (zie voor meer informatie hierover de site van Kurzweil). Met dit idee in het achterhoofd zijn sommige tot voorkort als sciencefiction bestempelde taferelen niet meer ondenkbaar, aldus Kurzweil.
Als de huidige ontwikkelingen zich op gelijke wijze voortzetten in de toekomst, dan bestaat er een redelijke kans dat we over minder dan twintig jaar in staat zullen zijn om op de menselijke hersenen 'reverse engineering' toe te passen. Hierbij wordt de oorspronkelijke 'broncode' blootgelegd, het achterliggende algoritme dat ervoor zorgt dat alles werkt zoals het werkt. Voor slechts duizend dollar zal vervolgens technische bekwaamheid geleverd kunnen worden, die een factor duizend slimmer is dan de huidige mens.
In de periode tussen de jaren 2030 en 2040 zal er zo ontzettend veel mogelijk zijn op het gebied van kunstmatige intelligentie, dat Kurzweil er rekening mee houdt dat niet-biologische intelligentie een grote rol gaat spelen. Mensen zouden zich kunnen gaan verenigen met technologie, maar gelukkig hoeft dit niet meteen te leiden tot mens/machine-organismen. Door bijvoorbeeld micromachines als pillen door te slikken of ze direct in de bloedbaan te brengen, zal wellicht een combinatie van mens en techniek gemaakt kunnen worden die in een betere levensverwachting kan resulteren. Het nadeel hiervan kan te vinden zijn in virusachtige nanotechnologie, die zich in het menselijk lichaam voortplant als een tumor. Uiteraard zullen mede daarom de voor- en tegenargumenten voor dergelijke ontwikkelingen goed tegen elkaar afgewogen moeten worden, maar zover is het (wellicht gelukkig) nog lang niet.