Digitale spionage in opdracht van buitenlandse overheden wordt voortaan zwaarder bestraft in Nederland. Een nieuwe wet die dat bepaalt is op 15 mei van kracht geworden. Op cyberspionage in opdracht van een buitenlandse overheid staat nu maximaal twaalf jaar gevangenisstraf.
Voor 'gewone' spionage in opdracht van een buitenlandse overheid staat voortaan maximaal acht jaar gevangenisstraf. De maximale straf voor cyberspionage is hoger, 'vanwege de opkomst van digitale spionage', aldus de Rijksoverheid. De maximumstraf is ook hoger als er sprake is van heel ernstige situaties en 'bij een aantal andere strafbare feiten die samengaan met spionageactiviteiten en begaan worden voor buitenlandse overheden, zoals omkoping'.
Nederland kende al een wet gericht op klassieke spionage, zoals het delen van staatsgeheimen. Maar spionage kan ook uit andere handelingen bestaan. Denk aan het stelen van hoogtechnologische kennis, het saboteren van vitale infrastructuur, het laten beïnvloeden van politieke besluitvorming of het in gevaar brengen van Nederlanders met een migratieachtergrond. De nieuwe wet is daar meer op ingericht.
De spionagewet werd vorig jaar bijna unaniem aangenomen door de Tweede Kamer. Alleen Forum voor Democratie en DENK stemden toen tegen. De Eerste Kamer stemde afgelopen maart in met de wetgeving.