Riot Games gaat de anticheatsoftware Vanguard toevoegen aan League of Legends. Het bedrijf doet dit naar eigen zeggen als gevolg van een eerdere aanval waarbij de broncode van de game werd gestolen, hetgeen leidde tot meer cheats. Vanguard wordt al gebruikt bij Valorant en werkt op kernelniveau.
De huidige anticheatsoftware van League of Legends was al verouderd, maar de hack begin vorig jaar verergerde de problemen, stelt Riot Games in een updatevideo voor de moba. De game werd daardoor kwetsbaarder voor cheats en bots, waardoor de noodzaak om de verouderde software te vervangen naar eigen zeggen hoger werd. Het bedrijf laat daarom weten dat het eind februari of begin maart Vanguard toe gaat voegen aan League. Om de game te kunnen spelen moeten gebruikers vanaf dan deze anticheatsoftware installeren op hun pc. Riot stelt dat Vanguard erg succesvol is bij het tegenhouden van cheaters in Valorant, en verwacht dezelfde resultaten voor LoL. Overigens geldt deze verplichting niet voor Mac-apparaten, aangezien die 'substantieel anders' zouden zijn. Het bedrijf zegt voor Mac-systemen een 'andere aanpak' te zullen hanteren, al wordt daar niet verder op ingegaan.
De anticheatsoftware Vanguard werkt op kernelniveau. Dit houdt in dat de software tijdens het spelen constant in de achtergrond op de computer draait en monitort of er cheatprogramma's gebruikt worden. Indien dat het geval is kan Riot het gehele systeem verbannen, waardoor het niet meer mogelijk is om de game vanaf die pc te spelen. Dit is behoorlijk ingrijpend en gaat veel verder dan de techniek die voorheen werd gebruikt. Riot stelt echter dat het noodzakelijk is om deze maatregel te nemen, aangezien cheaters anders alle anticheatsoftware kunnen omzeilen. Veel gebruikers maken zich volgens Riot zorgen om de privacyrisico's van dergelijke software, maar het bedrijf claimt dat er hiermee niet meer persoonlijke informatie verzameld en verwerkt wordt dan het geval is bij het huidige anticheatprogramma van League.