Rohingya-vluchtelingen in Myanmar hebben twee rechtszaken aangespannen tegen Meta voor de rol van Facebook-algoritmes in de verspreiding van haatberichten over Rohingya en omdat het bedrijf berichten die opriepen tot geweld tegen Rohingya niet of te laat offline haalde.
De vluchtelingen eisen in twee class-action lawsuits in de VS en in het Verenigd Koninkrijk in totaal meer dan 150 miljard dollar, schrijft persbureau Reuters. De rechtszaken zijn anoniem ingediend. De zaken claimen dat Facebook te weinig deed om de verspreiding van haatberichten en geweldsoproepen tegen te gaan, en dat Facebook met behulp van algoritmes de berichten zelfs verder verspreidde.
De statenloze moslimminderheid is de afgelopen jaren slachtoffer geworden van stelselmatig geweld en vervolging in met name Myanmar. Human Rights Watch stelde in 2013 dat er sprake was van een etnische zuivering in Myanmar van Rohingya.
In de zaak in de VS stellen de vluchtelingen dat de Facebook-bedrijfstop berichten toestond waarin de overheid van Myanmar opriep om aanslagen te plegen op Rohingya in het land. Ook zouden algoritmes van Facebook vatbare personen hebben voorgesteld om lid te worden van extremistische groepen, waarna zij alleen maar meer haatberichten deelden op het platform. Daardoor zou de News Feed volgens de vluchtelingen berichten voorrang hebben gegeven die anti-Rohingya waren in toon en radicale gebruikers belonen voor het delen van haatdragende berichten.
Hoewel de zaken in de VS en het VK ingediend zijn, hopen de vluchtelingen onder de wet in Myanmar behandeld te worden, omdat Meta zich dan niet kan beroepen op sectie 230 van de Communications Decency Act in de VS, waarmee Meta kan zeggen dat het niet verantwoordelijk is voor de berichten die gebruikers op hun platform posten.