De Autoriteit Persoonsgegevens vindt dat het wetsvoorstel om de NCTV ruimere bevoegdheden te geven, te vaag begrensd is. Minister Grapperhaus wil dat de NCTV meer vrijheden krijgt om online informatie van burgers te kunnen verzamelen.
Volgens de Autoriteit Persoonsgegeven maakt het voorstel niet duidelijk wat voor informatie de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid zou mogen verzamelen, analyseren en delen met andere organisaties. De privacywaakhond meldt dat het lijkt op 'een vrijbrief' voor de NCTV. De AP zegt dat in het wetsvoorstel niet duidelijk wordt gemaakt waarom juist de NCTV die informatie van burgers nodig heeft.
Volgens de Autoriteit zijn er op het desbetreffende terrein ook al inlichtingendiensten actief. De AIVD, MIVD en politie mogen vergelijkbare bevoegdheden alleen onder strikte voorwaarden inzetten. De verruiming van de bevoegdheden van de NCTV is echter te vaag begrensd en er ontbreken goede waarborgen, zegt de AP. Daardoor verwacht het overheidsorgaan dat toetsing van de bevoegdheden door rechters of toezichthouders lastig wordt.
De AP adviseert de minister van Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus, om het wetsvoorstel grondig aan te scherpen of helemaal niet in te dienen. Onder meer de grenzen van de bevoegdheden moeten volgens de AP duidelijker geformuleerd worden, evenals welke informatie de NCTV precies zou mogen verzamelen en verwerken van burgers. Ook moet nog duidelijk aangegeven worden in welke mate de taken die de NCTV erbij wil, verschillen van wat de AIVD op dezelfde terreinen al doet, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens.
Aanleiding voor het opstellen van het wetsvoorstel was mede een onderzoek van NRC waaruit bleek dat de NCTV jarenlang zonder bevoegdheid met nepaccounts burgers volgde op sociale media. Het overheidsorgaan werkte zonder toestemming onder een dekmantel en volgde systematisch mensen, stelde NRC. Toen zei de NCTV al dat er nog 'gewerkt' wordt aan de juridische grondslag van de informatievergaring.
In juni kondigde minister Grapperhaus aan een bijzondere wettelijke grondslag in te gaan dienen 'voor de NCTV om persoonsgegevens te verwerken voor de uitvoering van zijn bestaande analyse- en coördinatietaken'. Volgens de minister was er al een algemene rechtsgrondslag voor de internetmonitoringactiviteiten van de coördinator, maar moest die nog worden vastgelegd in de 'formele wet'.