Een Nederlandse rechter heeft besloten dat Netflix geen e-mailadres of contactformulier hoeft aan te bieden aan klanten. De live-chatfunctie van het platform zou dermate aan de wetgeving voldoen, dat deze als 'elektronisch postadres' zou kunnen fungeren.
De ACM legde Netflix eind april 2019 een last onder dwangsom op, omdat Netflix door het niet communiceren van een e-mailadres of contactformulier, tegen de Europese regelgeving in zou handelen. Het gaat in Nederland om de Wet handhaving consumentenbescherming. In het geval van Netflix moet het bedrijf een 'elektronisch postadres' aanbieden, dat gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk moet zijn, zo blijkt uit de deze week gepubliceerde uitspraak.
Netflix toont wel een e-mailadres, maar deze staat op de pagina van bedrijfsgegevens en niet op de pagina van consumentencontactmogelijkheden. De ACM stelt dat het uit de formulering van de e-mailadressen daarnaast niet duidelijk is dat consumenten hiermee kunnen communiceren met de klantenservice van Netflix. Doordat Netflix dit e-mailadres volgens de ACM niet juist weergeeft, wordt het voor de consument 'bemoeilijkt' om rechtstreeks contact met de videodienst te hebben. De ACM stelde daarom een dwangsom van 15.000 euro per week op, met een maximum van 300.000 euro.
De Amerikaanse streamingdienst maakte bezwaar tegen dit besluit van de ACM, waardoor de zaak voor de rechter kwam. Volgens de videodienst is de live-chatfunctie een elektronisch postadres zoals de wet voorschrijft. Er komt een directe verbinding tot stand tussen een adres van de consument en een adres van de productaanbieder. In dit geval bedoelt Netflix hiermee de ip-adressen. Daarmee wordt er communicatie mogelijk en is er dus sprake van een elektronisch postadres.
Volgens de ACM zou dit geen elektronisch postadres zijn, omdat de live-chat bepaalde functies mist die een e-mailadres wel heeft. De autoriteit wijst naar het niet kunnen uploaden van documenten en dus bewijsstukken, of het niet direct kunnen reageren op een eerder gesprek. Daarnaast 'impliceert' een chatfunctie dat de consument alleen actief in gesprek kan gaan met een bedrijf en niet op een door hem of haar gewenst tijdstip zonder beschikbaar te moeten blijven om een reactie af te wachten, zo stelt de ACM. Tot slot kan de consument ook geen correspondentie opslaan, alleen screenshots maken die later niet toe te voegen zijn aan het chatgesprek, aldus de autoriteit.
De rechter besluit dat de minpunten die ACM opnoemt, niet geheel kloppen. Zo kunnen consumenten een transcript van het chatgesprek naar een e-mailadres toegezonden krijgen, waardoor de correspondentie wel is op te slaan. De klantendienstmedewerkers kunnen daarnaast een chatgesprek terughalen, mocht dit bij een volgend contact nodig zijn. Ook het punt dat klanten geen bewijsmateriaal op kunnen sturen, betwist de rechter. Zo zou dit niet altijd nodig zijn, omdat informatie over bijvoorbeeld facturen terug te zien is voor zowel klant als medewerker. Mocht het nodig zijn dat er meer onderzoek gedaan moet worden met extra bewijsstukken, dan kan de chatmedewerker een speciaal escalatie-mailadres sturen waar de bestanden naartoe gezonden kunnen worden.
Het punt dat de live-chat niet 24 uur per dag te gebruiken is, klopt volgens de rechter deels. Tussen 22.00 uur en 09.00 uur is de chatfunctie alleen in het Engels te gebruiken. Daardoor is de chatfunctie niet permanent beschikbaar op een manier die gemakkelijk te gebruiken is voor de consument, aldus de rechter. Dit is echter niet relevant, omdat volgens de wet alleen de contactgegevens van de dienstverlener permanent beschikbaar moet zijn. De chat is 24 uur per dag beschikbaar, dus klopt dit volgens de wet.
De conclusie van de rechter is daarmee dat het besluit van de ACM om de last onder dwangsom op te leggen ongegrond is en dat dit besluit wordt vernietigd. Netflix mag dus de live-chatfunctie blijven aanbieden en hoeft geen boete te betalen aan de ACM.
De Nederlandse autoriteit startte begin 2018 met het onderzoek, naar aanleiding van handhavingsverzoeken van de Belgische, Duitse en Oostenrijkse toezichthouders. Alleen de ACM is bevoegd om op te treden, omdat Netflix haar Europese hoofdkantoor in Nederland heeft.