Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven zijn erin geslaagd om silicium licht te laten uitzenden. Ze hopen op korte termijn een laser op basis van silicium te ontwikkelen, wat een grote doorbraak voor de ontwikkeling van fotonische chips zou zijn.
Met de vinding is een belangrijk obstakel voor de grootschalige toepassing van fotonische chips weggenomen. Die chips moeten snellere en zuinigere datacommunicatie mogelijk maken. Fotonen zijn in theorie veel geschikter om signalen over te brengen dan elektronen omdat ze geen lading en geen massa hebben, bijna geen warmte produceren en ook niet met weerstand te maken hebben, zoals elektronen in halfgeleidermateriaal. De verwachting is dat fotonische chips gebruikt kunnen worden in onder andere datacenters, lidars voor zelfrijdende auto's en chemische sensoren voor medische diagnose of voor het meten van de lucht- en voedselkwaliteit.
Eindhoven is al vergevorderd met onderzoek naar fotonische chips, maar is gespecialiseerd in het gebruik van indiumfosfide als materiaal. Het voordeel van indiumfosfide is dat er actieve componenten zoals lasers mee te maken zijn, maar er zijn ook nadelen, vertelt Alain Dijkstra, lid van het onderzoeksteam van de TU/e. "Indiumfosfide is ontzettend geschikt om dingen op chipniveau optisch te doen, maar het is niet goed om direct op silicium te zetten. Daar zijn wel ideeën over, maar het is niet efficiënt. Je wilt graag de elektrisch goede eigenschappen van silicium behouden."
Fotonica-onderzoekers willen daarnaast graag silicium gebruiken omdat de hele bestaande halfgeleidermarkt daarop geoptimaliseerd is: als het mogelijk blijkt de bestaande infrastructuur te gebruiken voor fotonische chips, zou dat grootschalige productie een stuk makkelijker maken. Het ontbrak tot nu toe echter aan een lichtbron: lasers konden bij fotonica op basis van silicium niet geïntegreerd worden in chips, maar moesten extern aangekoppeld worden, met nadelen wat betreft efficiëntie en kosten van dien. Bij een lichtbron op basis van silicium zou integratie wel mogelijk zijn.
De onderzoekers uit Eindhoven baseerden hun werk op een vijftig jaar oude theorie. Die stelt dat silicium met germanium in een zeshoekige kristalstructuur wel licht kan uitstralen. Dijkstra: "De vraag was hoe we dat materiaal echt konden maken. Berekeningen voor de eigenschappen van materiaal zijn erg complex. Als we de atomen net iets anders stapelen, hoe pakt dat dan uit?"

In 2015 slaagden de onderzoekers er in om zeshoekig silicium te maken door eerst nanodraden te laten groeien van een ander materiaal, met een hexagonale kristalstructuur en vervolgens een silicium-germaniumschil op dit sjabloon te laten groeien. De vinding gaf echter nog geen licht. Dat is nu wel gelukt, door onzuiverheden en kristalgebreken te verminderen. "Onze experimenten toonden aan dat het materiaal de juiste structuur heeft, en dat het vrij is van defecten. Het straalt zeer efficiënt licht uit", aldus Dijkstra. Volgens hem was het doel om dit jaar nog een laser op basis van silicium te maken, maar gooit de coronacrisis mogelijk roet in het eten.
De onderzoeker stelt dat fotonica op basis van indiumfosfide nog steeds een grote rol kan spelen in de toekomst. "Dat is een veel verder ontwikkeld platform. We staan met silicium als lichtbron wat dat betreft nog in de kinderschoenen." Met een siliciumlaser verwacht het onderzoeksteam wel 'de vooruitzichten voor optische communicatie op de chip en betaalbare chemische sensoren op basis van spectroscopie open te breken'.
De onderzoekers publiceren hun werk woensdag onder de titel Direct Bandgap Emission from Hexagonal Ge and SiGe Alloys in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Meer over fotonica lees je in het achtergrondartikel Geïntegreerde fotonica, Nederland brengt chips verlichting.