De Technische Universiteit Eindhoven is een onderzoeksproject begonnen naar 'impactbewuste' robotmanipulatie. Robots die met pakketjes werken, kunnen nu namelijk het effect van botsingen niet voorspellen, waardoor ze te voorzichtig zijn en langzamer werken dan mensen.
Met het onderzoek richt de universiteit zich voornamelijk op distributiecentra. Hier zijn robots volgens de TU/e onmisbaar geworden, alleen zijn ze minder slim en snel 'dan we denken'. Doordat ze niet kunnen voorspellen wat het effect is als ze botsen, zouden ze in bepaalde omstandigheden niet snel of vloeiend genoeg zijn. De universiteit noemt het voorbeeld van een robot die een pakketje op een lopende band, of in een krat of doos moet plaatsen. In deze gevallen zal de robot stoppen vlak voordat het pakketje wordt opgepakt of neergezet. Zo voorkomt het systeem dat ergens tegenaan wordt gebotst en er schade ontstaat, schrijft de universiteit.
Mensen kunnen het effect van een botsing wel voorspellen, waardoor wij in deze omstandigheden 'een stuk sneller' kunnen werken dan deze robots. Mensen kunnen bijvoorbeeld met een product gooien zonder dat het product, de band of zijzelf schade oplopen. Volgens de universiteit willen echter minder mensen dit werk uitvoeren en neemt het aantal vacatures in deze sector toe. Daarom begint de universiteit het I.AM-project. Voor het onderzoek werkt de universiteit samen met twee Europese instellingen en vijf bedrijven, waaronder twee Nederlandse. Het project krijgt 4,4 miljoen euro subsidie van de Europese Unie.
Het doel van het project is dat robots betrouwbaar kunnen voorspellen wat het effect is van een harde of zachte botsing. Deze botsing kan met de omgeving of met andere objecten plaatsvinden. Het is de bedoeling dat robots straks een botsing kunnen uitbuiten om objecten sneller op te pakken en neer te zetten. Hiervoor werkt het project met drie scenario's, waarbij elk scenario complexer is dan het vorige. In het eerste scenario wordt een pakje op een lopende band geworpen. In het tweede scenario wordt een pakket in een krat geplaatst. In het laatste scenario wordt een zwaar product van een pallet gehaald.
De onderzoekers willen het doel bereiken door geavanceerde modellen te ontwerpen, door kunstmatige intelligentie te gebruiken en geavanceerde sensoren te ontwikkelen. Door die sensoren moet een robot kunnen 'zien' wat er gebeurt als er een botsing optreedt. De onderzoekers gaan de nieuwe technologie in bestaande robots inbouwen, zodat ze snel kan worden uitgerold. De onderzoeksleider verwacht dat de robots uiteindelijk tien procent sneller kunnen werken dan ze nu doen.
