Nederland moet in het uiterste geval internetaanvallen kunnen vergelden. Dat schrijft het kabinet in de dinsdag gepresenteerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie, die door minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken aan de Kamer is aangeboden.
In het document formuleert het kabinet verschillende doelen als deel van zijn veiligheidsstrategie, waaronder 'cyberafschrikking met slagkracht'. Onder die noemer wordt vermeld dat het door internetaanvallen mogelijk is om de veiligheid van Nederland en bondgenoten met weinig kosten en anoniem aan te tasten. Daarom wil het kabinet investeren in inlichtingen en zowel offensieve als defensieve middelen. Naast detecteren, neutraliseren en afweren hoort daar ook vergelden bij. Het kabinet heeft het over 'proportioneel vergelden in het uiterste geval'.
Ook zou het belangrijk zijn de verantwoordelijken achter aanvallen door middel van attributie te kunnen aanwijzen om ze 'publiekelijk ter verantwoording te roepen'. De verdediging zou momenteel in handen zijn van de inlichtingendiensten, het Defensie Cyber Commando en het NCSC.
Bij een tweede doel in het document, dat gaat over internationale afspraken voor 'cyberactiviteiten', wordt aan de andere kant vermeld dat internationale afspraken nodig zijn op basis waarvan staten kunnen reageren op aanvallen of dreigingen. Door meer overeenstemming over en betere toepassing van bestaande regels zouden aanvallers minder snel geneigd zijn internetaanvallen in te zetten, is de redenering. Nederland wil zich dan ook inzetten voor nieuwe internationale afspraken op basis van bestaande regels.
Het document spreekt ook van het belang van het beperken van de export van hardware en software die voor surveillancedoeleinden ingezet kunnen worden door 'autoritaire regimes', die daarmee inbreuk maken op mensenrechten. De exportregulering moet bovendien bijdragen aan het voorkomen van een digitale wapenwedloop. Het kabinet verwijst naar het vorige zomer gepubliceerde Cybersecuritybeeld van de NCTV, waarin deze stelt dat de verbetering van de 'digitale weerbaarheid' van Nederland niet snel genoeg gaat.