De schikking tussen Lenovo en de Amerikaanse toezichthouder FTC is definitief. De computerfabrikant moet onder andere twintig jaar lang beveiligingscontroles laten uitvoeren op software die gebundeld wordt met laptops.
De FTC heeft zijn definitieve akkoord gegeven op de schikking. Over de voorwaarden van de schikking werden in september vorig jaar afspraken gemaakt, waarna particulieren dertig dagen de mogelijkheid hadden om een reactie in te dienen. De FTC ontving en publiceerde tien reacties op het schikkingsvoorstel. De reacties, waarin gebruikers onder andere vragen of hun laptop getroffen is of hoe ze hun geld terug kunnen krijgen, hebben geen invloed gehad op het verdere verloop.
In de schikking is afgesproken dat Lenovo kopers van laptops duidelijk moet maken als er software wordt meegeleverd die data verzamelt of advertenties vertoont. Dergelijke software mag Lenovo niet langer installeren zonder nadrukkelijke toestemming van de gebruiker. Bovendien moet de fabrikant beveiligingsaudits uit laten voeren op meegeleverde software en die controles moeten door een derde partij worden uitgevoerd.
Bij de bekendmaking van de schikking bleek dat de SuperFish-malware op zo'n 750.000 laptops stond. Destijds schreef Inverse dat de FTC geen boete kan opleggen aan Lenovo, maar dat de procureurs-generaal van 32 staten een boete hebben opgelegd en dat het bedrijf daardoor in totaal 3,5 miljoen dollar moet betalen. Voor iedere toekomstige overtreding van de overeengekomen schikking moet Lenovo een boete van 40.654 dollar betalen.
De Amerikaanse toezichthouder FTC en 32 staten klaagden Lenovo aan vanwege de malware die in 2015 aan het licht kwam. De SuperFish-adware bleek ssl-verkeer te kapen met een ssl-certificaat waarvan de private key te achterhalen was. Dat maakte dat een man-in-the-middle-aanval zelfs tot inzage in https-verkeer kon leiden. De FTC beaamt dat dit een reëel risico vormde voor gebruikers van laptops waar de software op stond.