De Verenigde Naties hebben in een rapport over de staat van het breedbandinternet in de wereld, gezegd dat de digitale ongelijkheid tussen landen wel eens zo groot kan worden, dat er gesproken kan worden van een 'digitale kloof'.
In het rapport uit de VN zijn zorgen over de steeds groter worden verschillen en ongelijkheid tussen ontwikkelde landen en derdewereldlanden. Dit komt volgens de organisatie door de groeiende ongelijkheid in de wereld. De VN ziet beter breedbandinternet en betere ict als noodzakelijk voor het bereiken van de opgestelde Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, zoals het terugdringen van armoede en honger en het zorgen voor goed onderwijs en een goede gezondheid.
Als voorbeeld van de kloof die volgens de VN dreigt te ontstaan, wordt er gewezen op Zuid-Korea. Dit land heeft met 28,6Mbit/s de hoogste gemiddelde snelheid ter wereld, iets dat met 9 procent is vooruit gegaan ten opzichte van het laatste kwartaal uit 2016. Singapore heeft met 184,5Mbit/s de hoogste pieksnelheden. Dat steekt volgens de VN schril af bij de gemiddelde internetsnelheid in de wereld van 7,7Mbit/s, terwijl die van Nigeria blijft steken op 1,5Mbit/s. Verder wijst het rapport op het feit dat 52 procent van de wereldbevolking nog geen toegang heeft tot internet, en dat ondanks de wijde verspreiding van internet, mannen nog altijd vaker toegang hebben tot internet dan vrouwen.
De VN ziet in breedbandinternet en ict belangrijke factoren om de traditionele manieren van handeldrijven te veranderen en te verbeteren. Zo zorgen ze voor een snelle groei van e-commerce en helpen ze om handelskosten te beperken, de beschikbaarheid van marktinformatie te verbeteren, en kan er gemakkelijker een groter netwerk van kopers mee worden bereikt. Ook bieden ze kansen voor de werkgelegenheid, mede omdat het trainen en het verbeteren van vaardigheden makkelijker worden met goede ict en snel internet. Juist door deze positieve effecten maakt de VN zich zorgen over de steeds grotere verschillen op het gebied van ict en breedbandinternet.
De onderzoekers, die de zogeheten Global Connectivity Index van Huawei hebben gebruikt voor het onderzoek, stellen dat ze zich bewust zijn van de discussies over de negatieve kanten van het steeds groter wordende aandeel van automatisering en ai, in de zin dat het bijvoorbeeld banen zou vernietigen. Het rapport wijst echter op een onderzoek van de OESO, waarin wordt gesteld dat er juist positieve effecten zijn.