Het Duitse Oberverwaltungsgericht van de deelstaat Nordrhein-Westfalen heeft bepaald dat providers niet de verkeersgegevens van hun klanten hoeven op te slaan. Deze regeling was in 2015 ingevoerd, maar is volgens de rechter in strijd met Europees recht.
De administratieve rechter schrijft dat 'de bewaarplicht in feite de verkeers- en locatiegegevens van alle gebruikers van telefoon- en internetdiensten omvat'. Dit is in strijd met wat het Europese Hof van Justitie in december in het Tele2-arrest heeft bepaald, aldus de mededeling. Daarin bepaalde het Hof dat het niet is toegestaan om massaal telecomgegevens te verzamelen; dit mag alleen voor het opsporen van ernstige misdrijven. De Duitse rechter zegt dan ook dat de wetgeving van tevoren moet specificeren voor welke personen of in welke gevallen de bewaarplicht geldt.
Volgens Heise was het de bedoeling dat de wetgeving in kwestie, de 'Vorratsdatenspeicherung', op 1 juli van kracht zou worden. De wet vereiste dat providers de verkeersgegevens van klanten, bijvoorbeeld metadata over de gespreksdeelnemers en de duur van een gesprek, tien weken moesten opslaan. Voor locatiegegevens gold een termijn van vier weken. De zaak was aangespannen door de isp Spacenet, die in München is gevestigd. Volgens de organisatie Digitale Gesellschaft geldt de uitspraak alleen voor deze isp, maar kunnen andere providers zich nu eveneens verzetten tegen de regelgeving door een klacht in te dienen.
Duitsland had al eerder een bewaarplicht, maar die werd in 2010 ongeldig verklaard omdat deze ongrondwettig zou zijn. In Nederland is in september een nieuw voorstel over de bewaarplicht naar de Tweede Kamer gestuurd, nadat de oorspronkelijke wet in 2015 buiten werking was gesteld.