Uit een onderzoek gehouden onder leidinggevenden van grote bedrijven in India, China en vijf westerse landen, komt naar voren dat China en India het beste zijn voorbereid op de komst van kunstmatige intelligentie. Van de westerse landen scoort Australië het laagst.
Tussen de onderzochte landen - de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, India, China en Australië - zitten vrij grote verschillen. China en India lopen voorop als het gaat om de mate en bereidheid van de toepassing van artificiële intelligentie, de vaardigheden om met ai om te gaan en initiatieven om het gebruik van ai uit te breiden. Australië scoort op deze terreinen 16 procentpunt lager dan koploper China.
Een mogelijke verklaring voor het feit dat China en India het hoogst scoren, moet volgens het rapport worden gezocht in de vaststelling dat deze landen relatief weinig verouderde systemen en bedrijfsprocessen gebruiken, waardoor het integreren van ai eenvoudiger is.
Het regionale hoofd van Infosys in Australië, Andree Growth, zei tegen The Guardian dat de Australische economie het risico loopt beduidend minder concurrerend te worden als er niet voortvarender aan de slag wordt gegaan met de toepassing, integratie en ontwikkeling van ai. Met name op het gebied van ai-vaardigheden loopt Australie volgens Groth achter op de overige landen.
Uit het onderzoek blijkt dat in totaal 64 procent van alle respondenten uit alle landen tezamen denkt dat de toekomst van hun organisatie valt of staat met de grootschalige toepassing van ai. Daarnaast stelt 53 procent van de ondervraagde leidinggevenden dat ethische bezwaren een rem zullen zetten op een effectieve toepassing van ai. Slechts 36 procent van de ondervraagden meldt dat hun organisaties de ethische problemen rondom ai hebben overwogen.
Het verlies van banen in de toekomst door de komst van ai lijkt volgens het onderzoek mee te vallen, aangezien 80 procent van de leidinggevenden zegt dat hun bedrijven werknemers zullen herplaatsen indien hun functie overbodig wordt door ai. Niettemin zegt 71 procent dat ai onvermijdelijk en ontwrichtend zal zijn. Wel vindt 70 procent dat ai positieve veranderingen in de maatschappij teweeg kan brengen.
In het onderzoek zijn 1600 leidinggevenden in de it-sector en het zakenleven geïnterviewd. Al deze leidinggevenden komen van verschillende bedrijven en organisaties uit allerlei sectoren. De bedrijven en organisaties uit het onderzoek hebben allemaal meer dan 1000 werknemers en een minimale jaaromzet van 500 miljoen dollar of meer.
Het onderzoek, dat vorige week werd gepresenteerd tijdens het World Economic Forum, is uitgevoerd in opdracht van Infosys. Het bedrijf heeft technologiemarktspecialist Vanson Bourne ingeschakeld om het onderzoek uit te voeren.
Het rapport citeert een ai-definitie van MIT-professor Marvin Minsky. Hij omschrijft ai als de wetenschap van machines taken laten uitvoeren die als intelligent worden beschouwd als ze door mensen zouden zijn uitgevoerd. Simpel gezegd is ai elke activiteit die eerst uitsluitend door een persoon kon worden uitgevoerd, maar nu ook door een computer kan worden gedaan. Voorbeelden hiervan zijn zelflerende machines, spraakherkenning en beeldherkenning.