Lily, een autonome cameradrone die gebruikers kan volgen, gaat niet in productie. De bedenkers van het project krijgen de financiering niet rond, hoewel ze via preorders 34 miljoen dollar binnenhaalden. Mensen die de drone besteld hebben, krijgen hun geld terug.
De oprichters hebben dat meegedeeld in een e-mail aan de personen die een bestelling hebben geplaatst en op hun website. Volgens de bedenkers is er in de afgelopen maanden geprobeerd om het benodigde kapitaal binnen te halen om een fabricagelijn op te zetten, maar is dat mislukt. Daarom moet het bedrijf sluiten.
Begin 2016 maakte de start-up bekend dat zestigduizend mensen een Lily hadden besteld en dat daarmee 34 miljoen dollar was binnengehaald. Aanvankelijk kostte de drone 499 dollar bij het plaatsen van een preorder. Later werd dat 799 dollar en de uiteindelijke prijs had 999 dollar moeten worden.
Volgens Business Insider, dat de makers interviewde, hadden de bedenkers van het project ook een kapitaalinjectie van 15 miljoen dollar van investeerders binnengehaald. Op de CES werd vorig jaar een prototype van de drone getoond.
Het doel van de start-up was om een kleine cameradrone te maken, die gebruikers automatisch kan volgen. Dat zou gebeuren met behulp van een polsband met gps-tracker. Lily werd in 2015 gepresenteerd. Hoewel de start-up geen crowdfundingplatform gebruikte, moesten mensen die een preorder plaatsten, wel het volledige bedrag voorschieten. In feite ging het daarmee ook om een vorm van crowdfunding.
Aankondigingsvideo van Lily