De Nederlandse chemicus Ben Feringa heeft samen met een Fransman en een Brit de Nobelprijs voor scheikunde gewonnen. Ze krijgen de prijs voor hun onderzoek naar moleculaire motoren. Feringa wist in 1999 als eerste een motor te maken op moleculair niveau.
De vinding van Feringa bestond uit een moleculaire propeller, die voortdurend in dezelfde richting draaide door deze te beschijnen met flitsen van ultraviolet licht. De chemicus, die hoogleraar is aan de Rijksuniversiteit Groningen, maakte met zijn team daarna onder andere een elektrisch aangedreven nanovoertuig. Dat project werd als een belangrijke stap in de ontwikkeling van nanomachines gezien.
Fransman Jean-Pierre Sauvage was in 1983 degene die de eerste stappen zette voor het maken van moleculaire machines. Dat deed hij door met succes twee ringvormige moleculen te combineren tot een ketting, ofwel een catenaan. De Brit Fraser Stoddart zette in 1991 de volgende stap met de ontwikkeling van een rotaxaan, waarbij een moleculaire ring aan een dunne moleculaire as is verbonden en om die as kan draaien. Op basis van deze vinding ontwikkelde hij een moleculaire lift, spier en computerchip.
Het Nobelcomité beloont de wetenschappers met de Nobelprijs voor scheikunde. Volgens de organisatie bevinden moleculaire motoren zich op dit moment in dezelfde fase als de elektrische motor in 1830, toen wetenschappers op basale wijze voorwerpen wisten te laten draaien met elektriciteit. In de toekomst zullen moleculaire machines volgens het comité waarschijnlijk gebruikt worden voor het ontwikkelen van nieuwe materialen, sensoren en opslagsystemen voor energie.
Afbeelding: Nature.com