Het Bureau ICT Toetsing, oftewel BIT, heeft een advies opgesteld over het eID-programma. Dit moet het mogelijk maken om met elektronische identificatie online in te loggen. Het bureau waarschuwt ervoor dat het programma vast kan lopen omdat het te complex is.
Het BIT stelt dat er al veel stappen zijn ondernomen om ervoor te zorgen dat het programma eenvoudiger wordt. In eerste instantie was het programma, dat een alternatief voor DigiD moet bieden, gericht op zowel inloggen bij de overheid als bij bedrijven. Inmiddels is dit beperkt tot alleen inloggen bij de overheid, bijvoorbeeld met een eNIk, oftewel een digitale identiteitskaart, of een eRijbewijs. Volgens het BIT heeft deze beslissing al veel complexiteit weggenomen, maar is dit nog niet genoeg.
Minister Plasterk reageerde vrijdag inhoudelijk op het rapport van het BIT. Daarbij stelt hij het met het toetsingsbureau eens te zijn wat betreft de krappe planning van het programma. Het is namelijk de bedoeling dat er in 2017 al gebruikgemaakt kan worden van de nieuwe inlogmiddelen. Deze doelstelling komt volgens het BIT in gevaar, mede doordat de beschikbare 23 miljoen euro niet voldoende zouden zijn. Daarnaast is het kritisch over de voordelen van het nieuwe systeem voor de burger en stelt dat deze 'in eerste instantie beperkt zullen zijn'. De minister reageert op deze kritiekpunten door te verwijzen naar de pilots die op dit moment worden uitgevoerd en door aan te geven eerst de evaluatie daarvan af te willen wachten.
De achtergrond van het eID-programma is de bevinding dat de afhankelijkheid van DigiD te groot is en dat daardoor een kwetsbaar systeem ontstaat. Bijvoorbeeld in het geval dat DigiD niet beschikbaar is. Daarnaast worden er aan het nieuwe systeem beveiligingseisen gesteld die niet aan het huidige systeem gesteld zouden kunnen worden.