Een Amerikaanse rechter heeft geoordeeld dat de FBI een Firefox-lek niet aan Mozilla bekend hoeft te maken. De onderzoeksdienst gebruikte het lek in de op Firefox gebaseerde Tor-browser om verdachten in een kinderpornozaak op te sporen.
Een week geleden eiste Mozilla voor de rechter dat de FBI het lek bekend zou maken, omdat het risico bestaat dat het door anderen gebruikt zal worden. De FBI had dit verzoek eerder geweigerd. Reuters schrijft dat de rechter het verzoek heeft afgewezen en dat deze in zijn beslissing heeft bepaald dat Mozilla zijn verzoek aan de Amerikaanse overheid dient te richten. Het Amerikaanse ministerie van Justitie had de rechter vorige week gevraagd het verzoek te weigeren om de nationale veiligheid te waarborgen.
Het staat niet vast dat de kwetsbaarheid daadwerkelijk in Firefox aanwezig is, maar daar gaat Mozilla samen met ACLU-onderzoeker Christopher Soghoian wel van uit. De kwetsbaarheid zou zijn ingezet om verdachten in de 'Playpen'-kinderpornozaak te identificeren, hoewel zij gebruikmaakten van de anonimiteit die de Tor-browser biedt. Tijdens het onderzoek werd de site twee weken lang door de FBI gehost om de 214.898 leden te identificeren.
Mozilla wil de kwetsbaarheid achterhalen, omdat dit volgens het bedrijf de veiligste manier is om deze op te lossen en gebruikers te beschermen.