Het College bescherming persoonsgegevens heeft bekendgemaakt wat organisaties moeten doen als ze met een datalek kampen. Vanaf 1 januari 2016 moeten ze dit soort lekken onder bepaalde omstandigheden verplicht melden. Organisaties kunnen nog feedback geven op de richtlijnen.
De publicatie van de richtsnoeren en de start van de consultatieronde is maandag door het CBP aangekondigd. Het College gaat straks Autoriteit Persoonsgegevens heten en bedrijven moeten bij deze organisatie de lekken bekendmaken. Het gaat dan onder andere om gevoelige gegevens die 'nadelige gevolgen' kunnen hebben. Het CBP noemt als voorbeeld gestolen laptops met financiële informatie over burgers, doorgespeelde logins die toegang geven tot klantgegevens en kwetsbare webapps die onbedoeld toegang geven tot medische data.
Organisaties moeten lekken uiterlijk binnen twee dagen na ontdekking van het lek melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit kan vanaf januari via een webformulier. Melden ze het lek niet terwijl dit wel zou moeten, dan kan de autoriteit een boete van maximaal 810.000 euro opleggen.
Organisaties moeten beveiligingslekken niet alleen aan het CBP maar, onder bepaalde omstandigheden, ook aan betrokkenen zelf doorgeven. Ze moeten hiervoor onder andere afwegen of het datalek ongunstige gevolgen kan hebben voor de persoonlijke levenssfeer van die betrokkene. Ook moeten ze een inschatting maken of de versleuteling van de verloren persoonsgegevens sterk genoeg was.
In Nederland geldt er al een meldplicht datalekken, maar deze is onderdeel van de Telecommunicatiewet en alleen van toepassing op 'aanbieders van elektronische communicatienetwerken en -diensten'. Vanaf 1 januari 2016 wordt de meldplicht sterk uitgebreid en zijn private en publieke organisaties die persoonsgegevens verwerken verplicht om beveiligingsinbreuken te melden die tot bijvoorbeeld diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens leiden.