PowerDNS is een dns-server met een database als backend, waardoor het beheer van een groot aantal dns-entries op een gemakkelijke manier kan plaatsvinden. De ontwikkelaars hebben eerder besloten om de twee delen waaruit PowerDNS bestaat, een recursor en een authoritative nameserver, apart uit te geven, waardoor sneller en gerichter een nieuwe versie kan worden uitgebracht, aldus de ontwikkelaars.
Als je een dns-look-up uitvoert, begint een recursor in eerste instantie met het stellen van de look-upvraag aan een dns-rootserver. Deze kan dan doorverwijzen naar andere servers, vanaf waar weer doorverwezen kan worden naar andere servers enzovoort, totdat uiteindelijk een server is bereikt die het antwoord weet of weet dat de look-up niet mogelijk is. Van dit laatste kan sprake zijn als de naam niet bestaat of de servers niet reageren. Het proces van het langslopen van verschillende authoritative servers heet recursie. De ontwikkelaars hebben PowerDNS Recursor 4.1.11 uitgebracht. De veranderingen in deze uitgave zien er als volgt uit:
Version 4.1.11
Since Spectre/Meltdown, system calls have become more expensive. This made exporting a very high number of protobuf messages costly, which is addressed in this release by reducing the number of sycalls per message.
ImprovementsVersion 4.1.10
- Add an option to export only responses over protobuf to the Lua protobufServer() directive.
- Reduce systemcall usage in protobuf logging. (See #7428.)
This release fixes a bug when trying to build PowerDNS Recursor with protobuf support disabled, thus this release is only relevant to people building PowerDNS Recursor from source and not if you’re installing it as a package from our repositories.
Bug Fixes
- PowerDNS Recursor release 4.1.9 introduced a call to the Lua ipfilter() hook that required access to the DNS header, but the corresponding variable was only declared when protobuf support had been enabled.
:strip_exif()/i/2006448326.png?f=thumbmedium)
:strip_exif()/i/2006448326.png?f=fpa)