Advertentiesites als eBay zijn onder omstandigheden aansprakelijk voor inbreuken op intellectuele eigendom en rechters in lidstaten kunnen eisen dat ze maatregelen nemen om verdere inbreuk te voorkomen, vonnist het Europese Hof van Justitie.
Het Hof van Justitie van de EU heeft uitspraak gedaan in de rechtszaak die l'Oreal tegen eBay had aangespannen. In mei 2009 werd de zaak doorverwezen naar de Europese rechtsinstantie. Dit gebeurde nadat de Franse parfumfabrikant de rechtbank in het Verenigd Koninkrijk had gevraagd om eBay aansprakelijk te stellen voor inbreuk op het auteursrecht van gebruikers. Het Hof heeft nu duidelijkheid gegeven over die aansprakelijkheid.
De houder van een merkrecht kan zich verzetten tegen internetadvertenties van nepartikelen als deze daadwerkelijk 'in het economische verkeer' worden verhandeld en niet als privéactiviteit aangeboden worden. De sites waarop de handel plaatsvindt, zijn vervolgens aansprakelijk als het internetters in de advertenties moeilijk gemaakt wordt om te weten of de producten afkomstig zijn van de merkhouder.
Het is aanbieders dus verboden de indruk te wekken dat ze een band hebben met de fabrikant en om producten te verhandelen die zonder toestemming van de merkhouder in de EU op de markt zijn gekomen, constateert ict-jurist Arnoud Engelfriet. De sites moeten wel een actieve rol hebben gespeeld, wat inhoudt dat ze de advertenties bijvoorbeeld hebben gepromoot.
Ook als ze geen actieve rol speelden, maar wisten dat advertentieaanbieders hadden moeten vaststellen dat ze inbreukmakende artikelen verkochten, zijn de sites aansprakelijk. In dat geval kan de rechter in een lidstaat de sites niet alleen verplichten de advertenties te verwijderen, maar ook 'gelasten dat de verleners van onlinediensten maatregelen nemen om toekomstige inbreuken op de intellectuele eigendom te voorkomen'.