Duitse wetenschappers hebben implantaten ontwikkeld en ingebracht bij drie patiënten, die daarmee hun gezichtsvermogen moeten terugkrijgen. De patiënten waren blind geworden, maar kunnen dankzij de protheses weer enigszins zien.
De behandeling is van toepassing op een specifieke groep blinden en slechtzienden, namelijk personen die lijden aan retinitis pigmentosa, een erfelijke ziekte waardoor het netvlies afsterft, maar de oogzenuw intact blijft. Dat laatste is een cruciale voorwaarde om voor behandeling in aanmerking te komen. Al eerder kregen deze patiënten enig herstel middels een implantaat dat informatie van een externe camera aan de oogzenuw doorgeeft.
De Duitse onderzoekers hebben de implantaten nu verbeterd, waardoor niet langer een externe camera nodig is. De voeding is nog wel extern. In de prothese, die onder het netvlies wordt aangebracht, zitten lichtsensors die de functie van het netvlies overnemen. De gegenereerde signalen worden doorgegeven aan de oogzenuw. Het implantaat bestaat uit vijftienhonderd lichtsensors, die samen een beeld van 38 bij 40 pixels genereren. Bovendien konden twee van de drie patiënten waarbij de prototypes werden geïmplanteerd, tot zeven grijswaarden onderscheiden.
De implantaten zijn ontwikkeld door het Duitse Retina Implant AG, in samenwerking met het Institute for Ophthalmic Research van de univerisiteit van Tübingen. In de toekomst zouden dergelijke implantaten het gezichtsvermogen van blinden en slechtzienden kunnen herstellen. De testpatiënten konden personen zien en konden zelfs tot op zekere hoogte lezen.
/i/1288785239.jpeg?f=imagenormal)