De Riaa heeft een belangrijke juridische overwinning binnengesleept. Een Amerikaanse rechter oordeelde dat iemand die auteursrechtelijk beschermde bestanden aanbiedt al in overtreding is; of de files ook echt door een derde gedownload worden is niet van belang.
Het vonnis in de rechtszaak van platenmaatschappij Elektra tegen ene Dave Perez werd al in oktober uitgesproken, maar kwam pas dit weekend in de publiciteit. In haar uitspraak zei federaal rechter Ann Aiken dat 'het beschikbaar maken van bestanden via toepassingen als Kazaa een afdoende basis is voor een claim wegens auteursrechtenschennis.' Perez voerde onder andere aan dat Elektra maar moest aantonen dat iemand beschermde bestanden van zijn pc had opgevraagd, zoals dat in eerdere zaken ook vereist was. De platenindustriëlen hoefden dat echter niet van de rechter te bewijzen; het bestaan van een 'open' folder met gedeelde, auteursrechtelijk beschermde bestanden was voldoende om een overtreding van de Copyright Act vast te stellen.
In hoeverre de uitspraak grote gevolgen zal hebben valt nog te bezien. Als jurisprudentie zou deze zaak lastig bruikbaar zijn, ook al omdat de oorlog tussen p2p-gebruikers en de platenindustrie op vele fronten wordt uitgevochten. Zo wordt de overeenkomst tussen de Riaa en Kazaa wel aangevoerd om Kazaa-gebruikers van schadeclaims te vrijwaren, en inmiddels is er ook een rechtszaak begonnen over de 'excessieve' hoogte van de vergoedingen die de platenindustrie eist. Verder zou Perez het voorbeeld kunnen volgen van Catherine Lewan, die Kazaa een proces aandeed omdat ze een schikkingsbedrag moest overmaken na het 'onbewust' delen van bestanden. Ook Perez heeft immers aangevoerd dat hij niet van de bestandsdeling op de hoogte was - niet omdat hij onvoldoende inzicht in de werking van de software had, maar omdat zijn kinderen voor het Kazaa-gebruik verantwoordelijk zouden zijn. Die zijn inmiddels dan ook aangeklaagd.