De 'nieuwe' privacyvoorwaarden van Facebook zijn in strijd met het Europese recht. Dat blijkt uit onderzoek van twee universiteiten, in opdracht van de Belgische privacywaakhond. Facebook licht gebruikers niet goed genoeg voor en leunt te veel op ingewikkelde opt-outs.
Erg veel veranderd is er niet in de nieuwe privacyvoorwaarden van Facebook, die op 1 februari in werking traden, concluderen de Katholieke Universiteit Leuven en de Vrije Universiteit Brussel in hun conceptrapport. Tegelijkertijd overtreedt Facebook met de regels de Europese privacywetgeving, aldus de universiteiten, die onderzoek deden in opdracht van de Belgische Commissie voor Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, vergelijkbaar met het Nederlandse CBP.
De onderzoekers vinden onder meer dat Facebook te veel van gebruikers verwacht. "Ze moeten hun weg vinden in het ingewikkelde web van instellingen," aldus de onderzoekers, "op zoek naar opt-out-mogelijkheden." Daarbij beklaagt de commissie zich onder meer over de standaard-instellingen van advertenties, waarbij gebruikers akkoord gaan met gebruik van hun naam in advertenties.
Gebruikers kunnen daarbij niet aangeven op welke manier dat gebeurt. Ook over het verzamelen van locatiedata hebben gebruikers niets te zeggen en is Facebook niet altijd even duidelijk met zijn terminologie. "Wat zijn 'derde partijen', 'serviceproviders' en 'overige partners'?", vragen de onderzoekers zich af. Door de onduidelijkheid kunnen gebruikers geen geïnformeerde keus maken, aldus de onderzoekers.
Het is onduidelijk of de Belgische privacywaakhond Facebook nu op de vingers zal tikken, met het rapport van de universiteiten in de hand. De CBPL was niet bereikbaar voor commentaar. Ook in Nederland liggen de privacyvoorwaarden van Facebook onder vuur: hier doet het CBP onderzoek naar de nieuwe privacybepalingen van het sociale netwerk.