Het beeld is genuanceerd. Er zijn sinds de spectaculaire prijsdaling van 5G-telefoons in de zomer van vorig jaar een paar dingen gebeurd. Ten eerste verschenen alle dure telefoons met 5G, waardoor de gemiddelde prijs weer omhoogging. Vervolgens daalde die weer na de winter, toen er weer midrangetelefoons met 5G verschenen. De goedkoopste telefoons met 5G zijn sinds die tijd wel fors goedkoper geworden. Waar een 5G-telefoon je vorig jaar nog minimaal 315 euro kostte, betaal je nu minder dan 200 euro: een daling van rond veertig procent. Nu zijn er 5G-telefoons in vrijwel elke prijsklasse. Alleen als je shopt voor heel goedkope telefoons, is er geen keuze uit 5G-modellen.
Zoals bij elke component kost de integratie van 5G geld en dus moet je ergens anders op inleveren. De goedkoopste 5G-telefoons kunnen niet filmen in 4k, kunnen geen 120Hz-scherm hebben en ontberen dingen als Wi-Fi 6. De 4G-modellen in dezelfde prijscategorie kunnen daardoor aantrekkelijker zijn, omdat die meer kunnen bieden. Daar komt bij dat 5G in Nederland nog altijd niet bijster interessant is. Het is nog altijd ongeveer even snel als 4G en de belangrijkste frequentieband voor 5G, 3,5GHz, laat nog minimaal een jaar op zich wachten. Dat kan nog langer duren als Inmarsat de rechtszaak tegen de staat wint en de veiling voorlopig niet mag doorgaan. Inmarsat heeft een satellietstation in het Friese Burum dat werkt op de 3,5GHz-frequentie en daarom mag de staat die frequenties niet zomaar aan providers geven.
Nu er goedkope socs met 5G-ondersteuning zijn, ligt het voor de hand dat de prijzen in de komende tijd nog verder gaan zakken. Bovendien zullen socs zonder 5G-modems in de komende jaren zeldzamer worden, waardoor er minder en minder telefoons zonder 5G zullen verschijnen. Het wordt een standaardfunctie op telefoons, net zo gewoon als wifi en bluetooth. Een telefoon met 5G voor onder de 200 euro is dan niet langer bijzonder, het is dan doodnormaal.