In deze test zitten zes schermen van 27" en 28", en acht exemplaren van 31,5" of 32". Bij de keus voor een kleiner of groter model kies je in de praktijk ook voor een bepaald paneeltype. De kleinere schermen maken gebruik van een TN-paneel of ips-type paneel, waar alle grotere schermen zijn uitgerust met een VA-type paneel. 32"-4k-schermen met een ips-paneel bestaan wel, maar zijn over het algemeen een stuk duurder, zo vanaf 500 euro tot ver boven de 1000 euro. 27"/28"-4k-monitoren met VA-paneel zijn er omgekeerd niet. Wel kun je naast ips dus kiezen voor TN op dit formaat, waarmee het hele fenomeen van een goedkope 4k-monitor ooit begon. Als je echt weinig wil uitgeven aan een scherm met 8 miljoen pixels, is TN nog steeds de betaalbaarste optie.
Iets anders wat kijkende naar het testveld opvalt, is dat de meeste schermen standaard een grotere kleurruimte dan het gangbare sRGB kunnen laten zien. Dat geldt voor twee van de zes kleinere schermen en zelfs voor zeven van de acht grotere monitoren. Dat is niet noodzakelijk voordelig. Zelfs als je het correcte kleurprofiel instelt in Windows, gaan applicaties vaak standaard nog uit van een scherm dat enkel de sRGB-kleurruimte kan weergeven, zodat kleuren er bij gebruik van een scherm met een breder kleurbereik oververzadigd uit kunnen zien. Een ingebouwde sRGB-modus kan dit probleem verhelpen, maar die hebben de meeste schermen in dit testveld niet. Voor zover hij wel aanwezig is, vormt de niet-instelbare helderheid bij een aantal testdeelnemers een sta-in-de-weg om hem prettig te kunnen gebruiken. Onder de streep betekent het dat je waarschijnlijk beter voor een van de kleinere ips-schermen kunt gaan als je aan beeldbewerking doet. Je kunt dan een scherm kopen dat kleuren met de juiste verzadiging weergeeft, waarbij er door de ips-techniek bovendien geen sprake is van grote kleurverschuivingen onder een hoek.
Wil je een groter scherm dat zich goed leent voor entertainment, dan zijn de 31,5"/32"-modellen in deze test alsnog een goede keus. Het beetje extra verzadiging van (de meeste van) deze schermen kan voor bijvoorbeeld kleurrijke games juist fraai uitpakken, hoewel het natuurlijk niet helemaal is zoals de maker heeft bedoeld. Staande op je bureau is zo'n scherm ook behoorlijk groot. Vanaf een normale kijkafstand vult een heel groot deel van je blikveld, groter zelfs dan de gemiddelde televisie, waar je over het algemeen van veel verder naar kijkt. Dat levert een filmische ervaring op. De over het algemeen hoge contrastwaarde, een inherent voordeel van de VA-paneeltechniek, draagt daar verder aan bij. Met een klein beetje omgevingslicht zijn zwarte balken in een 21:9-film goed zwart, waar ze op een ips-beeldscherm snel grijzig ogen.
De testdeelnemers in vogelvlucht
Hieronder bespreken we alle testdeelnemers kort per merk. We hebben bij bijna alle grote monitorfabrikanten een scherm kunnen vinden dat voldeed aan onze vereisten voor deze test: een maximale winkelprijs van 450 euro, een schermdiagonaal tussen 27 en 32 inch en natuurlijk een 4k-resolutie.
AOC U32P2
De U32P2 is een van de nieuwste monitoren in het assortiment van AOC en met een vanafprijs van 444 euro op moment van schrijven de prijzigste optie in dit testveld. Enig accent op de matzwarte kast is de geborstelde afwerking van de voet. Het driezijdig randloze 31,5"-paneel is opgehangen aan een slanke staander met 15cm hoogteverstelling. De poot is zo te voelen grotendeels gemaakt van metaal en dat voelt een stuk steviger aan dan de plastic voeten van de meeste concurrenten. Tot de beeldaansluitingen behoren tweemaal HDMI 2.0 en een keer DisplayPort 1.2. AOC heeft ook een vierpoorts-USB 3.1-hub, een 3,5mm-koptelefoonaansluiting en luidsprekers toegevoegd, dus de featureset is lekker compleet. Opvallend is dat AOC de kleurruimtedekking opgeeft als percentage van de AdobeRGB-kleurruimte, waar andere fabrikanten uitgaan van DCI-P3. Dat is niet voor niets, zoals blijkt uit de testresultaten.
BenQ EL2870U
Net als de Samsung LU28E590DS is de BenQ EL2870U gebaseerd op een TN-paneel, maar met een vanafprijs van 279 euro is de monitor van BenQ maar een paar tientjes goedkoper dan de betaalbaarste ips-monitor in deze test. Je krijgt daarvoor wel een luxere uitrusting. Interessant is bijvoorbeeld de ingebouwde lichtsensor om de helderheid automatisch te kunnen bijregelen, een feature die je eerder zou verwachten van een kantoormonitor. Toch is dit een echt consumentenmodel, met ingebouwde luidsprekers, hdr-functionaliteit en FreeSync. De beeldaansluitingen zijn identiek aan die van de meeste andere schermen in dit testveld, met tweemaal HDMI 2.0 en een keer DisplayPort 1.2. De standaard is een vrij simpel exemplaar waarop de monitor enkel kan kantelen. De vormgeving van het paneel oogt anno 2021 een beetje ouderwets, met vrij brede en verhoogde randen rondom het scherm, al is deze monitor ook al drie jaar op de markt.
Dell S3221QS
Net als de Philips 328E1CA is het 32"-scherm van de Dell S3221QS gebogen, waar alle andere fabrikanten inzetten op een plat paneel. Met 1800R is de kromming bij Dell net wat minder sterk. Naar ons idee is de S3221QS fraaier vormgegeven dan het gros van de concurrentie: een zilvergrijze poot, een volledig zwarte voorkant met smalle randen en een opvallend witte achterkant, voorzien van een subtiele textuur. Na het scherm van AOC is het ook wel de duurste monitor in dit overzicht. De beperkte hoogteverstelling van 6,7cm onderstreept dat Dell zich met de S3221QS richt op de consumentenmarkt, maar het is in elk geval fijn dat het erop zit. Een beetje onhandig is dat het scherm niet van links naar rechts kan zwenken. Tot de aansluitingen behoren tweemaal HDMI 2.0 en een keer DisplayPort 1.2, plus een 3,5mm-koptelefoonaansluiting en een USB 3.1-hub met twee poorten, die door de locatie achter het scherm helaas moeilijk bereikbaar is. Luidsprekers heeft deze monitor ook.
Iiyama ProLite XUB2792UHSU-B1 en XB3288UHSU-B1
De monitoren van iiyama zien er over het algemeen nogal no-nonsense uit, en de 27"-XUB2792UHSU-B1 en 32"-XB3288UHSU-B1 zijn daarop geen uitzondering. De laatste riepen we in onze recente Monitor Best Buy Guide uit tot aanrader in dit segment. Beide schermen zijn voorzien van een geheel matzwarte afwerking, met in het geval van de XUB2792UHSU-B1 een modieus randloos paneel. Daarbij liggen de schermranden vlak met het schermoppervlak, zodat het uitgeschakeld lijkt alsof er helemaal geen rand om het scherm zit. De XB3288UHSU-B1 heeft wel verhoogde schermranden en ziet er daarmee wat zakelijker uit. Beide schermen hebben iiyama's standaardvoet met uitgebreide functionaliteit: een ruime 13cm-hoogteverstelling en als enige in deze test ook de mogelijkheid om te roteren naar portretmodus. Een sticker op de voet waarschuwt dat het bij het 32"-model eigenlijk niet de bedoeling is om die te gebruiken.
Iiyama ProLite XUB2792UHSU-B1
Jammer aan het 27"-model is het gebrek aan FreeSync, wat de XB3288UHSU-B1 wel biedt, zelfs met nipt het grootste bereik van alle geteste monitoren. Het kleinere scherm heeft wel een aantal poorten die de rest niet heeft: een klassieke DVI-poort en een 3,5mm-audio-in. Dit scherm heeft verder HDMI 2.0- en DisplayPort 1.2-ingangen, plus een tweepoorts-USB 3.1-hub. Met de locatie aan de zijkant zijn de poorten handig bereikbaar. Ook de XB3288UHSU-B1 heeft snelle USB-poorten aan de zijkant, maar onhandig bij dit scherm is dat de hostpoort richting je pc zich daar ook bevindt, zodat er van die kant een kabel uit het scherm steekt. Beide monitoren hebben zowel luidsprekers als een 3,5mm-koptelefoonaansluiting.
Met 360 euro op het moment van schrijven is de XUB2792UHSU-B1 de duurste kleine monitor in deze test. De XB3288UHSU-B1 kost vijftig euro meer en is een van de prijzigere grote schermen.
Iiyama Prolite XB3288UHSU-B1
LG 27UL550-W en 32UK550
Van LG ontvingen we een 27"- en een 32"-monitor, in de vorm van de 27UL550-W en 32UK550. Met vanafprijzen van respectievelijk 325 en 345 euro op het moment van schrijven zijn beide niet duur, al betaal je er net een paar tientjes meer voor dan voor de equivalenten van Samsung. Een deel van het prijsverschil kan worden verklaard door de in hoogte verstelbare voet, die je bij de concurrent moet missen. Op LG's zuilvormige poot kunnen de panelen ongeveer 10cm omhoog en omlaag. Opvallend is dat het scherm van de 32UK550 altijd recht naar voren wijst, waar de 27UL550 net als veel andere schermen met een verstelbare poot een stukje naar links of rechts kan zwenken.
LG 27UL550-W
Waar het 32"-model volledig matzwart is, ziet de kleinere monitor er met zijn zilvergrijze voet met geborstelde textuur en roomwitte achterkant net wat luxer uit. De vormgeving is eenvoudig en minimalistisch, maar blijkt niet altijd even handig. Zo wijzen de aansluitingen, in beide gevallen tweemaal HDMI 2.0 en eenmaal DisplayPort 1.2, direct naar achteren, zodat je de kabels niet goed kunt wegwerken. Je zult ook nog ergens een plekje moeten vinden voor het externe voedingsblok, waar dat bij de meeste andere monitoren gewoon is ingebouwd. Een USB-hub moet LG's duo missen, maar wel hebben beide schermen een 3,5mm-koptelefoonaansluiting en de 32UK550 heeft bovendien ingebouwde luidsprekers. Beide schermen ondersteunen FreeSync, maar het bereik van de 32UK550 is met 56 tot 60Hz zo beperkt dat het in praktijk weinig nut heeft.
LG 32UK550
Philips 288E2UAE en 328E1CA
Philips stuurde ons zijn platte 28"-288E2UAE en de 31,5"-328E1CA die met 1500R sterk gekromd is. De 288E2UAE is een variant op de 288E2A die we eerder uitgebreid testten, maar dan met een eenvoudige hoogteverstelbare voet (10cm). Mocht je die niet nodig hebben, dan kun je een paar tientjes besparen door de 288E2A te kiezen, al is de 288E2UAE met een prijs van 330 euro ook niet duur. De 328E1CA uit Philips' E-lijn kost precies hetzelfde, maar is gestoeld op een ander design en heeft in elk geval geen hoogteverstelling. Hoewel het paneel zelf wat minder rechthoekig is, heeft de basis hetzelfde opengewerkte vierkante ontwerp als andere Philips-monitoren.
Philips 288E2UAE
Beide schermen hebben dezelfde combinatie van twee HDMI 2.0-poorten en een DisplayPort 1.2 die ook bij de meeste andere schermen in deze test aanwezig is. Tevens is zowel een 3,5mm-koptelefoonaansluiting aanwezig als audio-in waarmee je de ingebouwde speakers eventueel kunt aansturen. De 288E2UAE heeft verder een USB 3.1-hub met vier poorten, wat de 328E1CA moet missen. Dat scherm heeft wel een andere handige voorziening: een ingebouwde voeding, zodat je geen gehannes met een extern stekkerblok hebt, zoals bij de 288E2UAE. De zakelijk vormgegeven 288E2UAE moet het doen zonder Freesync, waar je op de 328E1CA wel gebruik kunt maken van deze technologie. Net als bij de gekromde Dell is het bereik met 48-60Hz niet heel erg ruim.
Philips 328E1CA
Samsung LU28R550UQU, LU28E590DS, LU32J590 en Smart Monitor M7 LS32AM700
Van de vier monitoren van Samsung is de Smart Monitor M7 ongetwijfeld de meest bijzondere. Voor wie onze recente review heeft gemist: dit scherm heeft dezelfde ingebouwde Tizen-smartfuncties als Samsung-televisies, waardoor je met de meegeleverde afstandsbediening zonder je pc aan te zetten een filmpje kunt opzetten. Door middel van ingebouwde AirPlay 2- en DeX-functionaliteit kun je vanaf een smartphone naar het scherm streamen. Ook in andere opzichten is de connectiviteit in dit testveld uniek, zowel in positieve als negatieve opzichten: een USB-C-poort met 65W power delivery voor je laptop en bluetooth voor het verbinden van een draadloze koptelefoon, maar daarnaast alleen twee HDMI 2.0-poorten, geen DisplayPort en geen bedrade koptelefoonaansluiting. En deze monitor beschikt ook niet over FreeSync. Hoewel het scherm met een prijs van 400 euro bij de duurdere exemplaren hoort, biedt het simpele design geen hoogteverstelling.
Samsung Smart Monitor M7 LS32AM700
Ook de LU28R550UQU en LU32J590 zijn eenvoudig vormgegeven en hebben een simpel pootje waarop het scherm alleen kan kantelen. Dit pootje voelt door zijn plastic constructie minder luxe aan dan de metalen voet van de Smart Monitor M7. De LU28R550UQU is met een vanafprijs van 299 euro de goedkoopste ips-monitor in het testveld, waar de LU32J590 met 318 euro tot de goedkoopste 32"-schermen behoort. De featureset is logischerwijs niet heel uitgebreid. Beide schermen hebben dezelfde combinatie van twee HDMI 2.0-poorten en een DisplayPort1.2, een hoofdtelefoonuitgang en een aansluiting voor de helaas losse voeding. Beide schermen hebben geen USB-hub of luidsprekers. Fijn voor gamers is dat FreeSync gewoon wordt ondersteund op deze betaalbare monitoren, zij het op de LU28R550 met een nipt beperkter bereik vanaf 44Hz in plaats van de gebruikelijke 40Hz.
Samsung LU28R550UQU
Samsung LU32J590
De LU28E590DS, tot slot, is een van de meest betaalbare 4k-monitoren die je nu kunt kopen, met een vanafprijs van slechts 250 euro. Het scherm is al meer dan vijf jaar op de markt, maar desondanks nog steeds breed verkrijgbaar. Volgens de fabrikant zou het de komende maanden beschikbaar moeten blijven, reden waarom we hem in deze test hebben meegenomen. De ouderdom is er wel aan af te zien: naar de huidige maatstaven zijn de randen rondom het paneel zeer breed en Samsung geeft ook de voet van zijn huidige schermen een eleganter uiterlijk. De featureset is voor dit bedrag allicht basaal en vergelijkbaar met dat van de twee bovenstaande monitoren. Opvallend is dat FreeSync op dit scherm alleen werkt via DisplayPort, terwijl je het op andere schermen met FreeSync in deze test ook via HDMI kunt gebruiken. Bijkomend punt is dat één van de HDMI-poorten op de U28E590DS maar beperkt bruikbaar is, door de maximale refresh rate van 30Hz op 4k-resolutie. Poort nummer twee kan gelukkig wel 4k/60Hz aan, net als de DisplayPort-aansluiting.
Samsung LU28E590DS
Viewsonic VX3211-4K-mhd
Met een vanafprijs van 355 euro levert Viewsonic een van de goedkopere 32"-monitoren, al is de VX3211-4K-mhd afgelopen maanden ook weleens in de aanbieding geweest voor 300 euro. Daarmee zou het de allergoedkoopste optie zijn geweest. Voor die 355 euro krijg je een eenvoudig vormgegeven scherm dat net als de monitoren van Samsung rust op een simpel pootje met v-vormige voet, met kantelen als enige verstelmogelijkheid. De voet van Viewsonic lijkt echter wel gemaakt van stevig metaal. Waar andere merken een joystickje of knopjes in de onderste schermrand inbouwen voor het osd, zitten alle knoppen bij Viewsonic rechts achterop. Wat ons betreft geen handige locatie, zeker niet omdat je de aan- en uitknop niet op de tast kunt herkennen tussen de andere knopjes. Een grappig extraatje is de hoofdtelefoonhouder die je linksachter in het scherm kunt schroeven. Verder is de featureset gering: de gebruikelijke combinatie van twee keer HDMI 2.0 en een keer DisplayPort 1.4, een koptelefoonaansluiting en luidsprekers, maar geen USB-hub.