Inleiding
Een écht slimme televisie moet nog worden uitgevonden. Desondanks zijn er al jaren televisies waarvan de fabrikanten claimen dat ze 'smart' zijn. Laten we eerlijk zijn: zo slim zijn smart-tv's niet. Want eigenlijk is een smart-tv niets meer dan een televisie die verbonden is met het internet, waardoor er extra functies mogelijk zijn. Hierdoor kan je naast ouderwets passief televisie kijken op eigen initiatief allerlei zaken op je scherm toveren. Het is dus een vorm van interactieve televisie.
/i/2001337061.jpeg?f=imagenormal)
Door Suyk, Koen / Anefo - Nationaal Archief Fotocollectie Anefo
Het idee om het scherm van je televisie voor andere zaken dan gewoon tv kijken te gebruiken is al oud. Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw nam de BBC in Groot-Brittannië Ceefax in gebruik. Dat was een dienst die oorspronkelijk in het leven geroepen was om ondertitels aan televisiesignalen te kunnen toevoegen, maar ook prima geschikt bleek om allerlei informatie op het televisiescherm te tonen. Deze dienst werd later doorontwikkeld tot de teletekst zoals we die vandaag de dag nog altijd kennen en die nog steeds op alle nieuwe toestellen beschikbaar is.
Teletekst maakt handig gebruik van de periode tussen twee beelden waarin er geen beeldinformatie werd verstuurd. Tijdens deze vertical interval kon er extra informatie in digitale vorm aan het beeldsignaal worden toegevoegd. Deze manier van data versturen kende zo zijn beperkingen. Hoe meer verschillende pagina's een zender aanbood, hoe langzamer het systeem werd en hoe langer de gebruikers om de door hen opgevraagde pagina moesten wachten. Later werd deze wachttijd verkort door de komst van teletekstdecoders met geheugen die alle pagina's kon bufferen, maar het blijft natuurlijk eenrichtingsverkeer.
Al kort na de introductie van Teletekst in Nederland kwam de dienst Viditel, die tweerichtingsverkeer bood. Deze was gebaseerd op dezelfde digitale techniek, maar door middel van een telefoonmodem werd er een bidirectionele verbinding met de gebruiker opgezet. Door de hoge kosten die met deze dienst gepaard gingen, bleef het aantal gebruikers ervan in Nederland laag. De Franse variant Minitel die via losse terminals werkte was wel een groot succes en wordt gezien als voorloper van het huidige wereldwijde web.
Voor de introductie van smart-tv zoals we dat tegenwoordig kennen waren er eerst breedbandige always-on verbindingen nodig. Zo rond de eeuwwisseling kwam dat op gang, toen mensen de inbelmodems, die tot dan toe werden gebruikt voor internettoegang, langzaamaan vervingen door adsl- en kabelmodems. Daardoor kregen de meeste huishoudens een continue verbinding met het internet. Dit maakte het mogelijk voor televisiefabrikanten om connected modellen te introduceren die extra functionaliteit bieden die tot dan toe niet mogelijk was.
Smart-tv wat moet je ermee?
Wat heb je eigenlijk aan een televisie die verbonden is met het internet? De mogelijkheden zijn in theorie vrijwel eindeloos, maar omdat de gemiddelde consument over meerdere met internet verbonden apparaten beschikt, is niet iedere toepassing op een televisie even nuttig. Zo leek het in de begindagen van smart-tv's een vereiste om een webbrowser op de tv beschikbaar te hebben. We hebben zelfs email clients op televisies gezien, maar omdat de bediening van dit soort toepassingen veel handiger werkt op desktops, laptops en mobiele apparaten met een touchscreen verdween de mailclient al snel van televisies en levert Google bijvoorbeeld standaard geen webbrowser meer mee bij Android TV.
/i/2001346363.jpeg?f=imagenormal)
Sinds de opkomst van de sociale netwerken van Facebook en Twitter proberen televisiefabrikanten mee te liften op het succes door ondersteuning hiervoor in hun televisies te bouwen. Dat lijkt op het eerste gezicht niet eens zo gek, want vooral Twitter wordt veelvuldig ingezet om nog tijdens de uitzending te discussiëren over televisieprogramma's. Hierop springen de makers van programma's dan weer in door een hashtag in beeld te tonen. Toch zullen er niet veel mensen zijn die zitten te springen om Facebook- en Twitter-apps op hun tv omdat deze net als browsers en mailclients veel handiger werken op andere apparaten.
Het spelen van games op de tv lijkt een voor de hand liggende toepassing, want veel mensen gebruiken daar al televisieschermen voor. Dat gebeurt altijd met een losse console. Helaas kiezen televisiefabrikanten in de regel voor relatief zwakke socs, waardoor alleen simpele spelletjes soepel draaien. Zelfs bij hele dure televisies worden er goedkope chips ingezet die niet snel genoeg zijn voor de wat zwaardere games.
De zwakke soc is te omzeilen door gebruik te maken van een cloudgamingdienst waarbij aanbieders de games op een server renderen en als video via internet naar de tv streamen. Helaas levert het streamen via internet een extra vertraging op waardoor snelle actiegames lastiger zijn om te spelen. Cloudgaming is hierdoor maar lastig te verkopen aan fanatieke gamers. Een van de eerste bedrijven die cloudgaming aanbood, OnLive, heeft vorig jaar mede hierdoor zijn deuren moeten sluiten.
Ergens in de toekomst, als de internetverbindingen sneller zijn, zou cloudgaming wel eens een populaire manier kunnen worden om te gamen. Voorlopig zal er lokaal nog voldoende rekenkracht nodig zijn en zullen gameconsoles nog wel even onder ons zijn.
/i/2000561074.jpeg?f=imagenormal)
Televisieschermen zijn van oudsher natuurlijk erg veel in gebruik om te kijken naar film- en videobeelden. Dat gebeurde eerst met videorecorders en later met dvd- en blu-ray-spelers. Videodiensten zoals YouTube en Netflix zijn dan ook veruit de populairste toepassingen op de huidige smart-tv's. Hoewel lineaire televisie nog altijd ruimschoots de meeste kijkuren oplevert is er een duidelijke trend waarneembaar naar meer video-on-demand. En met de komst van uhd-televisies is de rol van de videodiensten nog belangrijker geworden want uhd-content was als eerste via streaming beschikbaar.
Inmiddels is er ook uhd-content op ultra hd blu-ray-schijfjes te koop. Hoewel deze schijfjes een veel betere beeld- en geluidskwaliteit bieden lijkt het erop dat slechts een kleine groep liefhebbers het formaat heeft omarmd. Het grote publiek gaat toch vooral voor het gemak van de streaming video-aanbieders, waarbij Netflix inmiddels een grote voorsprong op de concurrentie heeft opgebouwd. Inmiddels is ook de Amazon Prime video-dienst in de Benelux beschikbaar die voorlopig vooral op prijs lijkt te willen concurreren.
Dit is een interessante ontwikkeling, want tot nu toe waren het altijd de tv-zenders en de broadcastindustrie die nieuwe ontwikkelingen pushten. Nieuwe technieken zoals kleur, breedbeeld en high definition gingen bij de introductie hand in hand met nieuwe uitzendnormen.
Bij uhd is dit anders. Hoewel er via de satelliet al mondjesmaat uhd-uitzendingen zijn, zullen we nog vele jaren moeten wachten tot de reguliere zenders zijn overgeschakeld naar uhd. Ook voor hdr geldt dat de broadcast-industrie pas net met de eerste experimenten op dit vlak is begonnen, terwijl Netflix en Amazon al een redelijk aanbod van hdr-materiaal hebben.
De nadelen van smart-tv
In de begindagen van de televisie, toen er nog een beeldbuis in zat en er alleen zwart-witbeelden weergeven konden worden, moest je na het aanzetten wachten tot het apparaat was opgewarmd. Alles bij elkaar duurde dit een minuutje en meestal kreeg je eerst alvast het geluid te horen en pas later kreeg je ook beeld te zien. Aan het einde van het beeldbuistijdperk was de opwarmtijd sterk gereduceerd en de meeste televisies gaven na een paar seconden al beeld. Bovendien ging het zappen razendsnel; de tuner hoefde alleen maar op een andere frequentie te springen waarna er een korte periode nodig was om het beeld te synchroniseren. Dit proces nam in z'n geheel nog geen seconde in beslag.
/i/2001344913.jpeg?f=imagenormal)
Doordat het schakelen tussen kanalen zo snel verliep, namen veel mensen niet langer de moeite om kanaalnummers in te voeren via de toetsen op de afstandsbediening. Het veranderen van kanaal ging net zo makkelijk met de 'zapknoppen'; zo is de term 'zappen' ook ontstaan. Dit veranderde allemaal met de introductie van digitale televisie. Doordat televisies eerst moeten bufferen voordat het afspelen van een zender kan beginnen, duurde het veranderen van kanaal met digitale televisie opeens een stuk langer. Als televisies in het analoge tijdperk net zo sloom waren geweest als ze tegenwoordig zijn, was het woord zappen waarschijnlijk niet eens ontstaan.
De snelheid van televisies is met de komst van smart-tv verder achteruit gegaan. Vanwege het draaien van apps is er namelijk een geavanceerd besturingssysteem nodig. Dit betekent dat de tv na het aanzetten allerlei bestanden moet laden. Daar moet je op wachten, ook als je helemaal geen apps wilt gebruiken en gewoon televisie wil kijken. Bij sommige televisies duurt het lang voordat commando's van de afstandsbediening worden opgevolgd na het inschakelen. Dat is frustrerend als je bijvoorbeeld alleen maar even naar een externe ingang wil schakelen om een potje te gaan gamen via een aangesloten console.
Niet alleen de snelheid gaat achteruit met smart-tv, maar ook met de privacy is het met de introductie van deze apparaten slecht gesteld. Zo'n beetje alle fabrikanten analyseren het kijkgedrag, houden bij welke apps er worden gedraaid en hoe lang ze draaien. In een enkel geval gaan de inbreuken op de privacy nog veel verder.
Over het algemeen staat dit allemaal in de voorwaarden waar de gebruikers mee akkoord gaan, maar er zijn niet veel mensen te vinden die zin hebben om honderd pagina's juridische teksten door te nemen voordat ze hun nieuwe tv in gebruik nemen. Ook zijn sommige televisies in het geheel niet te gebruiken als de voorwaarden niet eerst worden geaccepteerd. Als je privacy je aan het hart gaat kan je een smart-tv dus maar beter niet aan het internet koppelen.
/i/2001314867.jpeg?f=imagenormal)
Degenen die hun tv wel met internet verbonden hebben lopen bovendien nog een ander risico; namelijk dat wildvreemden zich toegang verschaffen tot het besturingssysteem van je tv en er kwaadwillende software op draaien. De mogelijkheden voor hackers worden enigszins beperkt doordat de meeste televisies achter een nat-router zitten, maar daar staat tegenover dat onderhoud van de software op televisies over het algemeen beperkt is en er voor hackers dus genoeg exploits te vinden zijn. De eerste jaren na aanschaf komen er meestal nog wel wat updates voor een tv uit, maar meestal verschuift de aandacht van de fabrikanten al snel naar de nieuwe modellen en worden de oude voor het gemak 'vergeten'. Zo kan het gebeuren dat sommige apps na verloop van tijd niet meer werken en in een enkel geval vervalt zelfs het complete smart-gedeelte.
Ook dat televisiefabrikanten smart-tv gebruiken om advertenties te tonen, is velen een doorn in het oog. Veel mensen komen er namelijk pas na aanschaf van een televisie achter dat dit het geval is. De meeste advertenties zijn erg ingetogen zodat ze niet al te veel in het oog springen. Vaak worden de advertenties vermomd als aanbevelingen voor bepaalde apps of films, maar evengoed laat de tv-fabrikant zich betalen voor het tonen ervan aan de eindgebruikers. Als je hier niet op zit te wachten, kan je de tv in je router de toegang tot internet geheel of gedeeltelijk ontzeggen. Enige kennis van netwerken is hierbij wel noodzakelijk.
LG's webOS en Samsungs Tizen
Op de desktop heeft vrijwel iedereen Windows en een paar mensen macOS of Linux en op telefoons is 99 procent van de verkochte modellen voorzien van iOS en Android. Op de tv-markt is dat anders. Vrijwel elke fabrikant gebruikt een eigen besturingssysteem.
Marktleider Samsung maakte voorheen gebruik van een zelf ontwikkeld besturingssysteem dat speciaal voor televisies was gemaakt. Het is gebaseerd op Linux en het uiterlijk ervan veranderde haast ieder jaar. Het smart-gedeelte van de interface kreeg de naam Smart Hub waarvoor een speciale knop op de afstandsbediening werd gemaakt. Deze knop fungeert als home-knop waarmee je weg navigeerde van het televisieprogramma dat je aan het kijken was.
/i/1366942217.jpeg?f=imagenormal)
Samsung Smart Hub
Sinds een paar jaar is Samsung over op Tizen. Dit besturingssysteem heeft een ingewikkelde ontstaansgeschiedenis en is ook gebaseerd op Linux. Het wordt naast televisies op allerlei andere apparaten gebruikt, zoals koelkasten, magnetrons, wasmachines, camera's en enkele telefoons.
De huidige interface van Tizen op smart-tv's lijkt geïnspireerd op webOS van concurrent LG, maar heeft het concept van de horizontale balk over het actieve beeld naar een hoger plan gebracht door meer functionaliteit op een beperkte schermruimte onder te brengen. Samsung maakt ondanks de omschakeling naar Tizen nog steeds gebruik van de Smart Hub-naam. Dat heeft niet alleen marketingtechnische redenen; de bestaande afstandsbedieningen met een Smart Hub-knop konden zo voor bepaalde goedkopere modellen worden hergebruikt.
/i/2001210993.jpeg?f=imagenormal)
Tizen van Samsung
Het is op dit moment een van de meest complete besturingssystemen voor televisies waar bovendien veel apps beschikbaar voor zijn. Er is, afhankelijk van het model, een goede ondersteuning voor multitasking waarbij je gemakkelijk tussen verschillende toepassingen kan schakelen. Dit zit hem waarschijnlijk in verschillen in beschikbaar werkgeheugen tussen de diverse modellen. Tizen reageert op alle modellen vlot op commando's van de afstandsbediening, maar bij het spelen van de wat uitgebreidere 3d-games schieten de gebruikte soc's ook bij Samsung tekort.
LG: webOS
Voordat LG overschakelde op het huidige besturingssysteem voor smart-tv's maakte de Koreaanse fabrikant gebruik van NetCast. Geheel verdwenen is het oude os nog niet. Omdat de eisen aan de hardware een stuk lager liggen dan bij de opvolger webOS is het relatief goedkoop in te zetten. Zo gebruikt de fabrikant het bijvoorbeeld nog op projectors. Het ondersteunt geen multitasking, waardoor apps opnieuw moeten opstarten als je even naar een televisie-uitzending schakelt.
/i/2001344979.jpeg?f=imagenormal)
NetCast van LG
NetCast begon er wat gedateerd uit te zien en daarop ging LG op zoek naar een alternatief. Dit vond de fabrikant in webOS. Dit besturingssysteem kent zijn oorsprong bij smartphonemaker Palm en draaide op mobiele apparaten. Later nam HP Palm over en dat bedrijf maakte webOS open source maakte waardoor het 'open webOS' ging heten. LG kocht het van HP om het toe te passen op smart-tv's. Dat is niet de enige toepassing, want LG heeft het ooit ook op een smartwatch gezet.
Toen webOS voor het eerst op televisies verscheen, betekende dat een kleine revolutie voor de manier waarop smart-tv's werkten. Tot dan toe stond het smart gedeelte altijd redelijk los van het televisie-gedeelte, maar in webOS werd alles wat je op de tv kan bekijken op dezelfde wijze gepresenteerd; als een kaart op een horizontale balk over het actieve beeld heen. Daarbij maakt het niet uit of het live tv, een app of een externe ingang betreft. Hiermee werd de bediening een stuk eenvoudiger dan tot dan toe gebruikelijk was.
Ook werkt webOS een stuk handiger met LG's Magic Remote afstandsbediening die versnellingsmeters en gyroscopen inzet om beweging te registreren en zo een aanwijspijl op het scherm te besturen. Toen we webOS op de CES van 2014 in actie zagen, waren we erg te spreken over de vernieuwingen die het met zich meebracht, maar toen we de eerste productiemodellen mochten reviewen, werd ons enthousiasme wel wat getemperd door de lage snelheid waarmee het werkte.
/i/2001117049.jpeg?f=imagenormal)
webOS 3 van LG
Bij versie drie van webOS, die met de modellen van het afgelopen jaar werd meegeleverd, was de snelheid geen probleem meer. Wel hebben we het idee dat de behaalde snelheidsverbetering vooral komt door de toepassing van snellere soc's en niet zo zeer door verbeteringen aan de softwarekant.
De modellen van volgend jaar zullen draaien op versie 3.5 die het mogelijk maakt om de cijfertoetsen op de afstandsbediening in te zetten als shortcuts naar je favoriete apps of kanalen. Die werken door de toetsen lang in te drukken. De rest van de aangekondigde features lijken vooral gimmicks te zijn waar we niet heel warm van worden. Van ons had er wel wat meer vaart in de ontwikkeling van webOS mogen zitten. Ook zouden we het kunnen waarderen als de look and feel een beetje zouden evolueren want stilstand is achteruitgang.
Firefox OS op Panasonic, Android TV op Philips en Sony
Panasonic's zelf ontwikkelde besturingssysteem voor smart-tv's dat de maker voorheen gebruikte heet My Home Screen. De belangrijkste onderscheidende eigenschap was, zoals de naam al doet vermoeden, het naar eigen inzicht aan te passen homescreen. Bij Panasonic-televisies uit die tijd is het mogelijk om andere achtergronden te selecteren en gebruikers kunnen ook het uiterlijk van de instellingenmenu's aanpassen met vier verschillende kleurcombinaties. Elke gebruiker kreeg zijn eigen homescreen en op de duurste modellen kunnen de verschillende gebruikers automatisch, door middel van een ingebouwde webcam, worden herkend. Dat zijn allemaal zaken die de meeste mensen, na een keer uitproberen, vermoedelijk niet gebruiken en die bediening van de tv alleen maar onnodig gecompliceerd maken.
/i/1393258401.jpeg?f=imagenormal)
My Home Screen van Panasonic
Het aantal beschikbare apps lag flink achter op de concurrentie en qua uiterlijk kon My Home Screen ook niet meer meekomen met de rest. Panasonic ging dus op zoek naar een besturingssysteem met een moderne interface en dat liefst niet al te veel mankracht verreiste qua onderhoud. Het antwoord vond de fabrikant in Firefox OS; een opensource besturingsysteem van Mozilla waar aanvankelijk grootse plannen mee waren en wat naast op televisies ook op smartphones en tablets draaide.
Het homescreen van Firefox OS ziet van alle smart-televisies het strakste uit. Er zijn, als je de tv voor het eerst gebruikt, slechts drie grote 'tegels' te zien. Je kan naar eigen inzicht apps, televisiekanalen of externe ingangen op het homescreen toevoegen, maar meer dan vijf grote tegels krijg je nooit te zien; bij grotere aantallen moet je horizontaal scrollen. Het ontwerp van deze interface is zo clean uitgevoerd dat er totaal geen uitleg bij nodig is en vrijwel iedereen er meteen mee aan de slag kan.
/i/2001300971.jpeg?f=imagenormal)
Firefox OS op een Panasonic
Doordat Firefox OS een Linux-gebaseerd systeem is en alleen open standaarden gebruikt, moest het voor ontwikkelaars een aantrekkelijk en laagdrempelig besturingssysteem worden. Helaas viel de populariteit flink tegen en al in 2015 besloot Mozilla om te stoppen met de ontwikkeling van telefoons met Firefox OS. Opeens was Panasonic de enige overgebleven afnemer en in september van dit jaar besloot Mozilla helemaal met de ontwikkeling van Firefox OS te stoppen.
Het staat Panasonic volledig vrij om zelf verder te gaan met de ontwikkeling, maar of dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren, is nog maar de vraag. De lage ontwikkelingskosten waren immers ooit een belangrijke reden om voor Firefox OS te kiezen. Het zou ons niet verbazen als Panasonic in de nabije toekomst voor een ander besturingssysteem zal kiezen. Een keuze op Android TV van Google ligt daarbij voor de hand.
Android TV op Philips en Sony
De huidige modellen van Philips en Sony draaien al op Android TV waarbij de fabrikanten dus geen kosten maken voor de ontwikkeling van het besturingssysteem zelf. De fabrikanten maken wel aanpassingen om het te laten samenwerken met de modelspecifieke hardware en ze maken aanpassingen aan de interface om het een eigen uitstraling te behouden. Google beslist hoe het homescreen eruitziet, maar zaken als het uiterlijk van iconen en de vormgeving van het instellingenmenu bepalen de tv-fabrikanten zelf.
/i/2000561043.jpeg?f=imagenormal)
Een zelf aangepaste versie van Android op een Philips-tv
Door deze constructie neemt de druk op de ontwikkelaars van de fabrikanten af. Voordat er Android TV op Philips-televisies draaide waren er ook al modellen die op een, door de fabrikant zelf aangepaste, versie van Android draaiden. Het was duidelijk te merken aan de kwaliteit van de software dat er niet genoeg ontwikkelcapaciteit beschikbaar was. Deze modellen hadden een slechte reputatie qua stabiliteit en hadden veel last van bugs. De wat goedkopere modellen draaiden nog op het Philips NetTV-platform maar ook dat blonk niet uit op het softwarevlak. Met de overgang naar het door Google onderhouden Android TV is het niveau van de software er flink op vooruitgegaan.
Voordat Sony de overstap naar Android TV maakte, waren de smart-tv's voorzien van het Sony Entertainment Network. Ook dit platform maakte niet veel indruk; het aantal beschikbare apps was laag en bovendien was de snelheid ver te zoeken. Door te kiezen voor Android TV was er opeens een enorme hoeveelheid apps beschikbaar uit de Google Play-winkel. Niet zoveel als voor tablets en telefoons die op Android draaien, want televisies zijn niet voorzien van een touchscreen, maar alsnog is het aanbod veel groter dan bij andere besturingssystemen voor televisies.
/i/2000629998.jpeg?f=imagenormal)
Android TV op een Sony
Toch valt er nog een hoop te verbeteren aan Android TV en dat zit hem voor een groot deel in de gebruikte soc. Televisiefabrikanten beknibbelen zonder uitzondering op de beschikbare rekenkracht en zo kan het gebeuren dat een Android-spelletje wat soepel loopt op een goedkope telefoon hapert op een high-end televisie van vele duizenden euro's.
Ook zien we dat het onderhoud van de software gebrekkig is. Google is volop bezig met het ontwikkelen van Android TV en er komen regelmatig nieuwere versies uit, maar bestaande klanten zien deze niet op hun televisie verschijnen.
Dit komt omdat de fabrikanten verantwoordelijk zijn voor de distributie en bovendien de nodige aanpassingen hebben gemaakt die eerst moeten worden getest. Daarbij wordt er steevast veel meer aandacht besteed aan nieuwe modellen dan aan de televisies die al een tijdje bij de klanten thuis staan.
Tot slot
Er zitten veel haken en ogen aan de manier waarop er door de fabrikanten met smart-tv wordt omgesprongen, maar vooral de levensduur van het smart-gedeelte ten opzichte van de rest van de televisie valt op. Het gemiddelde huishouden doet ongeveer zeven jaar met een televisie en daarna verhuist het apparaat meestal naar de slaap-, zolder- of kinderkamer. Het zou mooi zijn als het smart-gedeelte ook minstens zo lang zou meekunnen, maar dat zit er bij geen enkele televisiefabrikant in. Na een aantal jaren gebruik kan je een smart-tv maar beter als een dumb-tv beschouwen.
Je kan een willekeurige tv, zolang deze maar over een of meerdere hdmi-aansluitingen beschikt, prima gebruiken als smart-tv. Dit is ook nog eens heel goedkoop want voor een paar tientjes koop je al een Chromecast of een Raspberry Pi 3 waarop je Kodi kan draaien. Beide apparaatjes zijn klein genoeg om volledig uit het zicht achter de tv verstopt te worden, zelfs als deze aan de muur is opgehangen. De Chromecast Ultra biedt zelfs ondersteuning voor hdr volgens het hdr10- of Dolby Vision-formaat, al is dit model wel twee keer zo duur als de hd-versie.
Een dergelijke oplossing kan na een aantal jaren eenvoudig vervangen worden als er weer een nieuwere verbeterde versie van de Chromecast of Raspberry Pi uitkomt en voor een handige tweaker is er eigenlijk geen goede reden om een smart-tv te kopen. Helaas kom je er haast niet onderuit als je een moderne tv wil met een redelijke maat die uhd kan weergeven. Al jaren valt er in de comments op Tweakers te lezen dat televisiefabrikanten moeten ophouden met smart-tv en een fatsoenlijke domme tv moeten maken.
Afgelopen jaar bracht TP-vision een Philips-televisie uit, in drie populaire maten, die niet van smart-tv is voorzien, maar die wel gewoon uhd kan weergeven. De prijs was ook nog eens heel redelijk, maar desondanks was de PUK4900 geen groot verkoopsucces. Het grote publiek zit kennelijk niet te wachten op een tv waarbij er een extern apparaat nodig is om van Netflix en Youtube gebruik te kunnen maken. Er zal naar alle waarschijnlijkheid geen opvolger voor dit model komen.
De kans dat de situatie rond smart-tv drastisch gaan veranderen in de nabije toekomst achten we uiterst klein. We troosten ons met het feit dat televisies nauwelijks duurder zijn door smart-tv want de daarvoor gebruikte hardware is spotgoedkoop en steeds maar weer blijkt dat er ook niet al te veel aan de ontwikkeling van de softwarekant wordt uitgegeven.
Toch blijven we hopen dat er een keer een fabrikant komt die besluit om het eens helemaal anders te doen. Die gewoon de snelste soc die er maar is gebruikt, en die niet elke jaar met nieuwe modellen komt zodat er tijd is om de software op een veel hoger plan te brengen. Want zou het niet mooi zijn als televisies in de toekomst echt een beetje slimmer werden?
